Ernst van Wulven
Ur pennad tennet eus Rodovid BR, ar c'helc'hgeriadur digor.
Lignez | Wulven |
Reizh | gourel |
Anv a-bezh d'ar c'hanedigezh | Ernst van Wulven |
Kerent |
Darvoudoù
bugel: ♂ Hubert van Wulven [Wulven]
bugel: ♂ Alfert II van Wulven [Wulven]
eured: ♀ Nn2 van Everdingen [Everdingen]
Notennoù
Vermeld 1227-1260. Ridder in 1235.
Ernst van Wulven wordt als getuige onder de ministerialen vermeld in 1227 samen met Albert (zijn oom) en Albert (zijn neef), die aan hem vooraf gaan, wanneer Otto, bisschop van Utrecht, uitspraak deed in het geschil tussen het kapittel Sint Marie en Wouter, graaf van Goy, over tienden, gelegen in het kerspel Houten etc. Zij nemen in de uitgebreide rij met getuigen een vooraanstaande plaats in. Vervolgens is hij in 1231 samen met Albert (zijn oudere neef) getuige voor bisschop Wilbrand.
In 1250 verklaarden onder andere Ernst van Wulven, en Gijsbert, zijn broer, ridders, dat zij het kapittel van Sint Pieter te zullen vrijwaren in het ongestoord bezit van de grove en smalle tiend van Weede, leenroerig aan de bisschop van Utrecht, die door Wier Wiersz. aan voornoemd kapittel was verkocht.
Eus an dud-kozh d'ar vugale-vihan