Gijsbrecht I van Amstel g. 1145 a. a. 1188
Ur pennad tennet eus Rodovid BR, ar c'helc'hgeriadur digor.
Lignez | Amstel |
Reizh | gourel |
Anv a-bezh d'ar c'hanedigezh | Gijsbrecht I van Amstel |
Kerent
♂ Egbert van Amstel [Amstel] g. 1105 a. a. 1172 |
Darvoudoù
1145 ganedigezh:
bugel: ♂ Egilius van Amstel [Amstel]
bugel: ♂ Dirk van Amstel [Amstel]
bugel: ♂ Gijsbrecht II van Amstel [Amstel]
bugel: ♂ Egbert II van Amstel [Amstel]
bugel: ♀ Nn van Amstel [Amstel]
~ 1170 bugel: ♀ Rixa van Amstel (van Bosinchem) [Amstel] g. ~ 1170 a. a. 1252
1188 marvidigezh:
Notennoù
Heer van Amstelland (1172-1188) Gijsbrecht erfde de heerlijkheid Muiden van zijn grootvader Gijsbrecht van Muiden[1]. Hij komt in 1176 voor in een geschrift van Boudewijn, de proost van het kapittel van Sint-Marie te Utrecht. Het zou hier kunnen gaan om een schuld die zijn vader nog had uitstaan. In 1178 komt hij nog voor in een getuigenis van bisschop Godfried van Rhenen. In 1188 komt hij het laatst voor en wordt hij in een oorkonde van de Utrechtse bisschop Boudewijn II van Holland onder de getuigen vermeld, onmiddellijk na graaf Floris III van Holland.
Eus an dud-kozh d'ar vugale-vihan
eured: ♂ Godschalk van der Merwede
eured: ♂ w Ghiselbert Uten Goye
marvidigezh: >12 Gwengolo 1288