Kornelia Jans van Rietbeek g. ~ 1420 - Taolenn an diskennidi

Ur pennad tennet eus Rodovid BR, ar c'helc'hgeriadur digor.

Den:267334
Jump to: navigation, search
Ezhomm en deus hor servijer eus kalz loazioù evit diskwel gwezennoù bras. Setu perak ne c'hall gwelout an arvererien dizanv nemet 7 remziad diagentidi ha 7 remziad diskennidi en ur wezenn. Ma vennit gwelout ul lignez a-bezh hep enskrivadur, ouzhpennit an testenn ?showfulltree=yes e dibenn chomlec'h URL ar bajenn-mañ. Mar plij, ne lakait e neblec'h all ebet ul liamm eeun ouzh ur wezenn a-bezh.
11/1 <?> Kornelia Jans van Rietbeek [Rietbeek]
ganedigezh: ~ 1420

2

21/2 <1+?> Magteld Jans Pallaes [Pallaes]
ganedigezh: ~ 1435
eured: <1> Willem Bouwens van Drenckwaart [Drenckwaart] g. ~ 1420 a. a. 1489
marvidigezh: 24 C'hwevrer 1506
32/2 <1+?> Adriaan Pallaas [Pallaas]
Schepen Dordrecht 1481,1484,1485

3

41/3 <2+1> Maria van Drenckwaert [Drenckwaart]
ganedigezh: ~ 1455
eured: <2> Willem van Alblas [Alblas] g. ~ 1450 a. a. 1502
72/3 <2+1> Dignum Willems van Drenckwaert [Drenckwaert]
ganedigezh: 1465
eured: <3> Adriaen Cornelisz van Cleijburch [Cleijburch] g. 1450 a. a. <10 Du 1510
53/3 <2+1> Jan I van Drenckwaert [Drenckwaert]
ganedigezh: 1485
eured: <4> Johanna van Bekesteijn [Bekesteijn] a. a. 1519
eured: <5> Margaretha de Jonge [Jonge]
marvidigezh: 1549
schout van Dordrecht (1516-1549) een streng vervolger van de ketters, met name van de wederdopers van wie hij er in 1534 enkelen ter dood liet brengen. Jan I werd samen met zijn tweede echtgenote Margaretha de Jonghe van Baardwijk (overleden 1542) begraven in de door hem gestichte Drenckwaertskapel, een zijkapel van de Augustijnenkerk. Beiden staan afgebeeld op de zijpanelen van een drieluik met een Ecce Homo-voorstelling dat in opdracht van Jan I zelf in 1544 geschilderd is door Maarten van Heemskerck (1498-1574) en in de Augustijnenkerk stond opgesteld; het verdween na de Beeldenstorm maar wordt thans in het Nationaal Museum van Warschau (Polen) bewaard en sinds 2015 staat een kopie weer in de Dordtse Augustijnenkerk.
64/3 <2+1> Boudewijn Willemsz van Drenckwaert [Drenckwaert]
eured: <6> Margaretha Cornelisdr van Cleijburgh [Cleijburgh] a. a. 1537
marvidigezh: 4 Gwengolo 1496

4

81/4 <4+2> Anna van Alblas [Alblas]
ganedigezh: ~ 1485
eured: <7> Jan Barthoutsz van Nuyssenburg [Nuijssenburg] g. ~ 1485, Dordrecht
eured: <8> Huijbrecht Tack [Tack] g. 1480 a. a. <2 Eost 1567, Dordrecht
marvidigezh: Dordrecht
102/4 <6+6> Cornelis Bouwensz van Drenckwaert [Drenckwaert]
marvidigezh: <12 Gouere 1529
93/4 <6+6> Willem Bouwensz van Drenckwaert [Drenckwaert]
raad en rentmeester-generaal van Zuid-Holland, vrijheer van Giessenburg en Giessen-Nieuwkerk en van half Puttershoek,, ook deken van de Dordtse broederschap van de wijnkopers, burgemeester van Dordrecht 1537. 1538. 1543. 1544. 1546. 1547. 1549. 1550. 1553. 1554.

Wapen: gevierendeeld door een zilveren streepkruis: I en IV in rood een zilveren zwaan; II en III in rood een aanziende zilveren leeuw, blauw getongd. Wapenvoerder Persoonsnaam: Drenckwaert Bron: CBG, GHS 50B24, F.L. van Burmania. Adelijk wapenboeck. Begonnen in den jare 1748 en geijndigt anno 1755, 1e deel, blz. 104. Persoonsnaam: Willem van Drenckwaert Boudewijnsz. heer van Opmerking: Giessenburgh. Rentmeester-Generaal van Zuidholland 1539.

Bron: CBG, en KB, Naamen en Wapenen van de Bailliuwen en Rentmeesters Generaal van Zuid- Holland, van soo oude tijden als deselve te vinden sijn mitsgaders beschrijvinge van de wijse van Regeeringe der Stad Dordrecht, nevens de naamen en wapenen der Edele Achtbaare Heeren Oud-Raaden sedert den jaare 1652 als wanneer derselve getal op veertig personen is bepaald geworden. Alles tot deese tijden vervolgd. 18de eeuw, blz. 28.
114/4 <6+6> Carel Bouwensz van Drenckwaert [Drenckwaert]
125/4 <6+6> Catharina Bouwensdr van Drenckwaert [Drenckwaert]

5

131/5 <8+7> Willem Jansz van Nuyssenburg [Nuijssenburg]
ganedigezh: 1515, Dordrecht
eured: <11> Wilhelmina Jans Visscher [Visscher] g. 1516 a. a. 1573?
marvidigezh: < 1553, Dordrecht
Stadhouder van de schout van Dordrecht 1550 (SA Dordrecht ORA Dordrecht inv. 697, akte 152: op 15 sept. 1550 verklaart Willem van Nuijssenborch Jansz., dat hij eertijds als stadhouder van Jan van Drenckwaert, schout van Dordrecht)

SA Dordrecht ORA Dordrecht inv. 697, akte 265: op 7 dec. 1550 stelt Dirck van Nuijssenborch zich borg voor zijn broer, Willem van Nuijssenborch Jansz. Willem zit gevangen "in den giole" op de Puttockstoren in Dordrecht en heeft aan het Gerecht verzocht om in plaats daarvan gevangen te mogen zitten op de ridderkamer van de Puttockstoren. Dat wordt hem toegestaan, mits hij een borgtocht van 2500 gl. (later verhoogd tot 3000 gl.), betaalt.

dient keizer Karel V op eigen beurs 16 maanden lang met 10 knechten (ruiters), daarvoor beleend met land onder Papendrecht gen."Nuyssenburgh", doch naderhand door zware dijklasten bij spadesteking verlaten door zijn erfgenamen. Spadesteking is een symbolische handeling waarmee de eigenaar van een stuk grond een spade in de dijk steekt waarmee hij afstand doet van zijn grond en die vervalt aan het waterschap.

In het boek ,,De Historische atlas van de Biesbos,, geschreven door Wim van Wijk staat op een kaart van de opkomende gronden en visserijen en zalmsteken 1544-1566 uit de collectie Hingman nr 1909 (blz 35), op de plaats waar later in 1645 het Huis te Papendrecht werd gebouwd NUYSENBORGH geschreven.

Bij nader onderzoek bleek dit de ridderhofstad ,,De Nuyssenborg,, te zijn, dat na 1544 werd gebouwd door DIRK VAN NUYSSENBURG, Heer van Zuydewijn (1513 te Dordrecht -1566 te Haarlem /wijnhandelaar te Dordrecht); in 1544 getrouwd met MARGARETA V/D MERWEDE Vrouwe van Zuydewijn d.v. Dirk v/d Merwede.

Dirk van Nuyssenburg kreeg samen met zijn broer Willem van Nuyssenburg van Karel de vijfde een groot stuk grond oost van de kerk te Papendrecht met het recht van een veer als dank voor de financiele hulp en manvolk en paarden in de oorlog tegen de Geldersen.

De 2 broers groeide op bij de rijke wijnhandelaar Huybert Tack te Dordrecht waar hun moeder in 1520 mee was hertrouwt. De ridderhofstad brandde in 1566 af en Dirk vertrok met zijn gezin naar Haarlem waar hij kort erna zou overlijden. Zijn zoon Dirk van Nuyssenburg laat tussen 1580/1588 in Aerdenhout een ridderhofstad ,,NIEUW NUYSSEN BURG,, bouwen. Later woonde deze tak v/d familie in de ridderhofstad ,,ZUYDEWIJN,, Kapelle/Vrijhoeve bij Waalwijk nakomelingen zijn nog steeds Heren van Zuydewijn.

Nakomelingen van broer Willem van Nuyssenburg blijven in Dordrecht en kopen het deel grond dat aan broer Dirk behoorde.

5 kinderen
162/5 <9+9> Boudewijn Willemsz van Drenckwaert [Drenckwaert]
ganedigezh: 1515
eured: <12> Cattharina van Hogelande [Hogelande] a. a. 1547
eured: <13> Janneken Suys [Suys] g. 1525
marvidigezh: 1578
raad en rentmeester-generaal van Zuid-Holland, schepen van Dordrecht in 1558-1559, burgemeester in 1560-1562, 1564-1565, 1567-1569 en 1571 Bij de overgang van Dordrecht naar de partij van de prins in juni 1572 verloren Boudewijn en zijn zoon Jan hun ambten. Heel de familie bleef belijdend katholiek en koningsgezind.
143/5 <8+7> Dirk van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1520, Dordrecht
eured: <14> Margaretha van de Merwede [Merwede] g. 1525 a. a. 1593
marvidigezh: 1566, Haarlem
Heer van Zuydewijn, wijnhandelaar te Dordrecht. Schepen 1558,1559,1562,1563. Raad 1545,1546,1549,1550. Tresorier 1559-1566.

In het boek ,,De Historische atlas van de Biesbos,, geschreven door Wim van Wijk staat op een kaart van de opkomende gronden en visserijen en zalmsteken 1544-1566 uit de collectie Hingman nr 1909 (blz 35), op de plaats waar later in 1645 het Huis te Papendrecht werd gebouwd NUYSENBORGH geschreven.

Bij nader onderzoek bleek dit de ridderhofstad ,,De Nuyssenborg,, te zijn, dat na 1544 werd gebouwd door DIRK VAN NUYSSENBURG, Heer van Zuydewijn (1513 te Dordrecht -1566 te Haarlem /wijnhandelaar te Dordrecht); in 1544 getrouwd met MARGARETA V/D MERWEDE Vrouwe van Zuydewijn d.v. Dirk v/d Merwede.

Dirk van Nuyssenburg kreeg samen met zijn broer Willem van Nuyssenburg van Karel de vijfde een groot stuk grond oost van de kerk te Papendrecht met het recht van een veer als dank voor de financiele hulp en manvolk en paarden in de oorlog tegen de Geldersen.

De 2 broers groeide op bij de rijke wijnhandelaar Huybert Tack te Dordrecht waar hun moeder in 1520 mee was hertrouwt. De ridderhofstad brandde in 1566 af en Dirk vertrok met zijn gezin naar Haarlem waar hij kort erna zou overlijden. Zijn zoon Dirk van Nuyssenburg laat tussen 1580/1588 in Aerdenhout een ridderhofstad ,,NIEUW NUYSSEN BURG,, bouwen. Later woonde deze tak v/d familie in de ridderhofstad ,,ZUYDEWIJN,, Kapelle/Vrijhoeve bij Waalwijk nakomelingen zijn nog steeds Heren van Zuydewijn.

Nakomelingen van broer Willem van Nuyssenburg blijven in Dordrecht en kopen het deel grond dat aan broer Dirk behoorde.
184/5 <9+9> Wilhelmina van Drenckwaert [Drenckwaert]
ganedigezh: 1520
eured: <15> Schrevel Okkersz Halling [Halling] g. 1515 a. a. 18 Ebrel 1558
marvidigezh: 1590
175/5 <8+7> Aliet Jan Bartoutsdr [?]
marvidigezh: >23 Genver 1522
156/5 <8+8> Wilhelmina Tack [Tack]
ganedigezh: 1525
eured: <16> Mathijs Berck [Berck] g. 1520 a. a. <4 Here 1583
marvidigezh: 1605
197/5 <9+9> Adriana van Drenckwaert [Drenckwaert]
5 kinderen
208/5 <9+9> Elisabeth van Drenckwaert [Drenckwaert] 219/5 <9+9> Wouwerijck van Drenckwaert [Drenckwaert]
schepen van Dordrecht, 1562,63,66,67,70,71

6

241/6 <16+12> Cornelis Bouwensz van Drenckwaert [Drenckwaert]
ganedigezh: Dordrecht
heer van Natendael, kanunnik te Utrecht
222/6 <13+11> Johan Willemsz van Nuijssenburg [Nuijssenburg]
ganedigezh: ~ 1535, Dordrecht
eured: <19> Geertruijd Hermansdr van der Bles [Bies] g. 1540?
eured: <20> Emmetje Jans de Both [Both] g. ~ 1550 a. a. Eost 1606
marvidigezh: >10 Mezheven 1596, Dordrecht
gouverneur over de Hoekse Waard tot den Briel (1572-'96) tijdens de Spaansche oorlog en voorts gedurende zijn leven Hij verwekt in totaal 20 kinderen, welke bijna allemaal jong of zonder verdere vermelding zijn gestorven.
253/6 <16+12> Willem Bouwensz van Drenckwaert [Drenckwaert]
ganedigezh: 1539, Dordrecht
ganedigezh: 1592, Dordrecht
eured: <21> Maria Pauwels van der Laan [Pauwels van der Laan] g. 1552 a. a. 16 Mae 1615
Baron van Ghijssenborch en Ghyssen Nyenkerck, erfwatergraaf van de Overwaert
234/6 <16+12> Jan II van Drenckwaert [Drenckwaert]
ganedigezh: 1542, Dordrecht
eured: <22> Elisabeth Clercks [Clercks] a. a. 1582
eured: <23> Margaretha Bogaert [Bogaert] g. 1545 a. a. 1615
marvidigezh: 25 Mezheven 1606, Brussel
douaridigezh: >26 Mezheven 1606, kapel de St Gudelakerk, Brussel
schout van Dordrecht 1571. Als overtuigd katholiek en aanhanger van koning Filips II begon hij onmiddellijk de protestanten te vervolgen, maar toen de Watergeuzen een jaar later in Dordt de baas werden moest hij naar het Zuiden vertrekken. Hij kreeg daar belangrijke functies en eindigde als thesaurier-generaal van de Zuidelijke Nederlanden.

Als overtuigd regeringsgetrouw hoge ambtenaar werd hij daar door Alva onmiddellijk tot commissaris-generaal van de levensmiddelen voor de bevoorrading van het leger benoemd. Toen een volgende landvoogd, Don Juan van Oostenrijk, ten gevolge van de successen van de Opstand medio 1578 gedwongen werd zich op Namen terug te trekken en de hoge ambtenaren die zich achter de opstandige Staten-Generaal hadden geschaard te ontslaan, benoemde hij Jan van Drenckwaert op 4 september 1578 in hun plaats tot een van de drie nieuwe leden van de Raad van Financiën. Op 22 september werd hij geïnstalleerd. Hij werd daarmee een van de hoogste ambtenaren van de staat en bleef als commissaris van financiën aan toen Alexander Farnese, hertog van Parma, enkele weken later, op 29 september, tot landvoogd werd benoemd. Vooralsnog combineerde hij zijn nieuwe ambt met dat van commissaris-generaal van de levensmiddelen, waarvoor hij het hele land doorkruiste.

Na het overlijden van thesaurier- of ontvanger-generaal Godfried Stercke werd Jan van Drenckwaert door de hertog van Parma, die hem de meest bekwame kandidaat achtte, tot diens opvolger benoemd. Op 14 mei legde hij de eed af maar hij kreeg zijn salaris bij uitzondering al vanaf 3 december 1587 uitgekeerd, mogelijk omdat hij het ambt toen al waarnam. In 1588 werd hij met de rang van ridder en de titel van baron (burggraaf) van Dormael in de ambtsadel opgenomen. In 1597 bevestigde een nieuw reglement voor de Raad van Financiën de centrale positie en macht van de thesaurier-generaal, die vanaf 1603 tevens een algemene staat van de domeinen en financiën aan de vorst moest presenteren. Zijn ambt is dan vergelijkbaar met dat van de huidige minister van financiën. Hij was verantwoordelijk voor de begroting en voor vrijwel alle uitgaven van het centraal gezag: het hof, het leger, de gebouwen en salarissen, de fortificaties, bruggen en wegen.

Drenckwaert gold als een scherpzinnige geest met een krachtige wil, zowel ambitieus als sluw. Hij ontkwam niet aan het verwijt, vaak gemaakt in die tijd en onder dat regiem, van hebzucht, persoonlijke verrijking en corruptie. Geboren in een reeds gefortuneerde Dordtse familie vergaarde hij als thesaurier-generaal nog een aanzienlijk vermogen erbij. In 1601 en 1602 stelt hij zich met zijn persoonlijk fortuin voor meer dan 80.000 gulden borg voor de vorstelijke financiën, met name voor betaling van de soldij van de troepen. Bij zijn overlijden had hij zeker nog voor 13.000 gulden van de staat tegoed, maar was ook zelf nog forse bedragen schuldig aan verschillende ontvangers van de militaire levensmiddelendienst. In de Latijnse correspondentie die hij tussen 1594 en 1602 met de beroemde geleerde Justus Lipsius (1547-1606) voerde, komt hij als mecenas van kunsten en wetenschappen naar voren. Maar hij liet zijn persoonlijke staf uit de landsmiddelen betalen, werkte gewoonlijk thuis en bewaarde daar de staatstukken, naar eigen zeggen vanwege de verplichte geheimhouding, hetgeen hem op een scherp conflict met de hertog van Arenberg kwam te staan. Het reglement van 1597 stelde hier paal en perk aan. In zijn laatste levensjaren werd hij door jicht aan het bed gekluisterd. Daarom werd hij op 6 april 1606 eervol uit zijn ambt van thesaurier-generaal ontslagen en tegelijk tot lid van de Raad van State te Brussel benoemd. Op 10 april legde hij daartoe de ambtseed af maar hij stierf kort daarna. In 1604 had hij nog de heerlijkheid Hujoel verworven.

werd samen met zijn tweede vrouw (overleden 1615) in een kapel van de Sint Goedelekerk (de hoofdkerk van Brussel) begraven. In de Dominicanenkerk te Brussel werd een epitaaf voor hen aangebracht. Uit geen van beide huwelijken liet Jan II kinderen na; met hem stierf het geslacht Van Drenckwaert in mannelijke lijn uit.
345/6 <18+15> Okker Schrevelsz [?]
ganedigezh: 1543
eured: <24> Adriana van der Lind [van der Lind]
marvidigezh: 1584
266/6 <14+14> Johan van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1545, Dordrecht
eured: <25> Christina van Blijenburg [Blijenburg] g. 1549 a. a. 1601
SA Dordrecht ORA Dordrecht inv. 726, f. 113v: op 23 aug. 1568 verklaren Jan van Nuijssenburch Dircxsz., 23 jaar oud en Cornelis Fransz., 22 jaar oud, dat Meijnart van Segwaert Bartholomeusz. een geboren burger van Dordrecht is.
357/6 <16+12> Jasperina van Drenckwaert [Drenckwaert]
ganedigezh: 1545, Dordrecht
eured: <26> Cornelis Cornelisz de Jonge van Baertwijck [Jonge] g. 1542 a. a. 1614
marvidigezh: 1609
288/6 <14+14> Anna van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1546, Dordrecht
eured: <27> Johan Hoyers van Hamborg [Hamborg]
299/6 <14+14> Margaretha van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1547, Dordrecht
eured: <28> Willem van Melissant [Melissant]
2710/6 <14+14> Diederik van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1558, Dordrecht
eured: <29> Hester van Groeneveld [Groeneveld]
eured: <30> Margaretha Stuytelinks [Stuytelinks] a. a. 1653
marvidigezh: 1626, Ridderhofstad "Zuydewijn"
douaridigezh: 1626, Waalwijk
3011/6 <13+11> Kornelis van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
3112/6 <13+11> Barthout van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
kapitein van een Compagnie Voetknechten
3213/6 <13+11> Anna van Nuyssenburg [Nuyssenburg] 3314/6 <13+11> Aletta van Nuyssenburg [Nuyssenburg] 3615/6 <18+15> Cornelia Schrevelsdr Halling [Halling]
3716/6 <18+15> Jan Schrevels Halling [Halling]
3817/6 <18+15> Machteld Schrevels Halling [Halling]

7

581/7 <22+19> Herman van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1565
woonde in Oud-Bonaventura 1620
532/7 <22+19> Henrik van Nuyssenburg [Nuyssenburg] 543/7 <22+19> Dirk van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: < 1574
eured: <35> Geertruyd Muys van Holy [Muys van Holy] a. a. 1651
marvidigezh: 1649
554/7 <22+19> Kornelis van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: < 1574
marvidigezh: 1599
ongetrouwd
565/7 <22+19> Jan van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: < 1574
ongetrouwd
576/7 <22+19> Geertruyd van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: < 1574
eured: <36> Dirk van den Honert [Honert]
397/7 <22+20> Willem van Nuijssenburg [Nuijssenburg]
ganedigezh: ~ 1575
eured: <37> Catharina Pietersdr Cranenburg [Cranenburg] a. a. < Kerzu 1608, Dordrecht
eured: <38> Johanna van Ravesteijn [Ravesteijn] g. ~ 1590, Dordrecht
marvidigezh: 29 Gouere 1628
weduwnaar van Dordrecht 1608, stadhouder van de baljuw van zuid holland, stadhouder van de schout van Dordrecht, schout puttenhoek 1607 zijn tweede huwelijk
428/7 <27+30> Suydewijn van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: 1598
eured: <39> Johanna van Heyst [Heyst]
marvidigezh: 1670
heer van Zuidewijn-Capelle
439/7 <27+30> Dirk van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: 15 Here 1599, Overveen
marvidigezh: 2 Kerzu 1677, De Lier
24 maart 1640 priester der Societeit Jesus, 1643 missionaris te Nijkerk
4110/7 <27+30> Margaretha van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: 1601
marvidigezh: 1672
4411/7 <26+25> Johan van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
marvidigezh: 1601
ongehuwd
4512/7 <27+30> Suzanna van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1603
4613/7 <27+30> Frederik van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1605
4714/7 <27+30> Josina van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: > 1607
4015/7 <27+30> Peter van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: 21 C'hwevrer 1607, huize Zuidewijn in Vrijhoeve Capelle
marvidigezh: 1635, Hertogenbosch
5916/7 <25+21> Cornelia van Drenckwaert [Drenckwaert]
eured: <40> Jacob Taets van Amerongen [Taets van Amerongen] g. 27 Gwengolo 1622
marvidigezh: 2 Kerzu 1632, Antwerpen
4817/7 <31+31> Wilhelma van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
4918/7 <31+31> Francoise van Nuyssenburg [Nuyssenburg] 5019/7 <31+31> Johanna van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
5120/7 <33+33> Herman van der Bies [Bies] 5221/7 <33+33> Jan van der Bies [Bies]
kinderloos
6022/7 <25+21> Catharina van Drenckwaert [Drenckwaert]
5 kinderen

8

911/8 <58> Geertruijd van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: Raamsdonk
eured: <44> Thonis Thonisz van Dorsser [Dorsser] , Dordrecht
922/8 <58> Willemijntje van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: Raamsdonk
eured: <45> Govert Mathijsz [?] a. a. <19 Gouere 1668
eured: <46> Bastiaan van der Meer [van der Meer]
wonend te Puttershoek 1667, burgeres van Dordrecht 1684
933/8 <39+37> Maricken van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 6 Gwengolo 1599
764/8 <39+37> Emerentia van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: C'hwevrer 1601
785/8 <54+35> Dr Anthoni van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1602?
eured: <47> Susanna Koenen [Koenen] , Dordrecht
marvidigezh: 1636, aan de pest
jongeman wonende in het Steegoversloot te Dordrecht, Medisch Doctor binnen Dordrecht (1632).

5 jan. 1635: de stad Dordrecht benoemt medisch doctor Van Nuyssenburgh tot professor in de Griekse taal en de fysica aan de Latijnse School. (C. Esseboom en N.L. Dodde, Minerva Dordracena [Dordrecht 2003], p. 187, 214)

kinderloos
796/8 <54+35> Willemina van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1604?
marvidigezh: 1673?
ongehuwd
857/8 <58> Jacomijnken van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1605, Raamsdonk
eured: <48> Jan Jansz [?] , Dordrecht
eured: <49> Jan Dircksz van Amersfoort [Amersfoort] , Dordrecht
868/8 <58> Anna van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: 1606, Raamsdonk
eured: <50> Lenaert Jacobsz [?] , Puttershoek
eured: <51> Cornelis Jansz Barendregt (Nieuwenboer) [Barendregt] , Puttershoek
eured: <52> Leendert Willemsz Veerman [Veerman] , Puttershoek
819/8 <54+35> Johannes van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: Gwengolo 1606
marvidigezh: 1638
ongehuwd
7410/8 <39+37> Johan van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: < 1607
7511/8 <39+37> Pieter van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: < 1607
9412/8 <39+37> Catharina van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: 3 Meurzh 1608
9513/8 <39+38> Gabriël van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
eured: <53> Metje Abrahams [?]
kristenadur: 1 Here 1609, Dordrecht
douaridigezh: 12 Kerzu 1657, Dordrecht
klerk van de Dordtse notaris Sebastiaen van de Graeff (SA Dordrecht ONA Dordrecht inv. 70 f. 311v, akte dd 24 dec. 1626), landdrost van Zuid-Holland (SA Dordrecht ONA Dordrecht inv. 89 f. 169 ,akte dd 20 april 1650). begraven Dordrecht (Grote Kerk) 12 dec. 1657 (een baer int Sint Jorisdoel voor den gewesene drost Gabriel Nuijssenborg)
9614/8 <39+38> Abraham van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: Kerzu 1610
eured: <54> Adriana Mauritsdr Rouwe [Rouwe]
marvidigezh: 1660
kapitein, tavernier in de Sint Jorisdoelen in het Steegoversloot te Dordrecht (1654), huurder van de Sint Jorisdoelen, landdrost van Zuid-Holland (vermoedelijk van 1657 tot aan zijn overlijden en als opvolger van zijn broer Gabriël: zie VIa), overleden tussen 23 apr. 1660 en 25 aug.1660 vermoedelijk in de Sint Jorisdoelen te Dordrecht kinderloos
8015/8 <54+35> Maria van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: Gwengolo 1611
marvidigezh: 1674
ongehuwd
9716/8 <39+38> Isaac van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: Ebrel 1612
jong overleden
9817/8 <39+38> Johan van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: 1613
SA Dordrecht ONA Dordrecht inv. 76 f. 149v e.v.: op 3 nov. 1638 testeert voor notaris D.S. Coplaer Johan van Nuijssenborch, kapitein van een compagnie voetknechten in dienst van de WIC, gaande naar Brazilië. Hij benoemt tot erfgenamen zijn kinderen en tot voogden zijn broers Gabriël en Abraham van Nuijssenborch.
9918/8 <39+38> Isaac van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: Genver 1614
eured: <55> Antonetta de Caron [Caron] , Dordrecht
eured: <56> Machteltje de Ridder [Ridder] , Dordrecht
jongman van Dordrecht, soldaat onder kapitein Cuijl in garnizoen liggende te Utrecht (1644), weduwnaar van Dordrecht en daar wonende (1647)
7719/8 <54+35> Joannes van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: Mezheven 1614
ongehuwd
10020/8 <39+38> Henrijck van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: Mae 1615
jong overleden
10121/8 <39+38> Jacob van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: Kerzu 1616
marvidigezh: 1654
8222/8 <54+35> Jakob van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: Genver 1617
eured: <57> Maria van Schravenwaard [Schravenwaard]
marvidigezh: 1648
Medisch Doctor te Saltbommel
10223/8 <39+38> Willem van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: Eost 1618
jong overleden
10324/8 <39+38> Hendrick van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: Here 1619
8325/8 <54+35> Geertruyd van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: C'hwevrer 1620
eured: <58> Johan van Santen [van Santen]
10426/8 <39+38> Willem van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: Eost 1621
jong overleden
8427/8 <54+35> Ψ Simon van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
ganedigezh: Kerzu 1621
10528/8 <39+38> Willem van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: Here 1622
6129/8 <39+38> Adriaen van Nuijssenburgh [Nuijssenburg]
ganedigezh: Mae 1624, Dordrecht
eured: <59> Martijntje Claesdr Vogelsangh [Vogelsang] g. 22 Du 1611, Diemen
marvidigezh: <9 Gwengolo 1671
jongman van Dordrecht wonende in het Steegoversloot (1645), kunstschilder, woonde in Schoonrewoerd in 't Huys de Kruythof aan de Leerdamse Diefdijk en casteleijn van de Heren Dijkgraaf en Hoogheemraden van de Alblasserwaard van het ernaast gelegen Dorts Heeren Huis
6230/8 <40> Anna van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
ganedigezh: 1628
marvidigezh: 1700
wapen: Drie bijlen, met korte stelen
6331/8 <42> Theodoor van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
marvidigezh: 1709
Omstreeks 1670 kwam het goed aan Theodoor van Nuyssenborch, die stierf in 1709, waarna zijn weduwe, Catharina Havermans, tot haar dood in 1752 vrouwe van Zuidewijn-Capelle. Daarna kwam het goed aan Johanna van Nuyssenborch en later aan haar kleindochter, Catharina Wilhelmina Montens, welke in 1784 gehuwd was met Adam Johannes Frans de Roy, heer van kasteel de Binckhorst, lid van de Staten van Holland. Deze voegde de naam: van Zuydewijn toe aan de achternaam, en aldus ontstond de familienaam: De Roy van Zuydewijn. Adam de Roy overleed in 1807. Hij werd opgevolgd door zijn zoon, Arnoldus de Roy van Zuydewijn, welke in 1876 overleed. In 1913 was Bernard de Roy van Zuidewijn de eigenaar
6532/8 <42+39> Diederik Theodoor van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
eured: <60> Katharina Havermans [Havermans] a. a. 1752
marvidigezh: 1709
Heer van Zijdewijn Kapelle Omstreeks 1670 kwam het goed aan Theodoor van Nuyssenborch, die stierf in 1709, waarna zijn weduwe, Catharina Havermans, tot haar dood in 1752 vrouwe van Zuidewijn-Capelle. Daarna kwam het goed aan Johanna van Nuyssenborch en later aan haar kleindochter, Catharina Wilhelmina Montens, welke in 1784 gehuwd was met Adam Johannes Frans de Roy, heer van kasteel de Binckhorst, lid van de Staten van Holland. Deze voegde de naam: van Zuydewijn toe aan de achternaam, en aldus ontstond de familienaam: De Roy van Zuydewijn. Adam de Roy overleed in 1807. Hij werd opgevolgd door zijn zoon, Arnoldus de Roy van Zuydewijn, welke in 1876 overleed. In 1913 was Bernard de Roy van Zuidewijn de eigenaar
6433/8 <42+39> Anna van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
6634/8 <42+39> Susanna van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
kinderloos
6735/8 <42+39> Adriaan van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
kinderloos
6836/8 <42+39> Margaretha Susanna van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
kinderloos
6937/8 <42+39> Pieter Frederik van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
7038/8 <53+34> Jan van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
7139/8 <53+34> Geertruyd van Nuyssenburg [Nuyssenburg]
7240/8 <57+36> Johan van den Honert [Honert] 7341/8 <57+36> Helena van den Honert [Honert] 8742/8 <58> Cornelia van Nuyssenburg [Nuyssenburg] 8843/8 <58> Digna van Nuyssenburg [Nuyssenburg] 8944/8 <58> Jan van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
9045/8 <58> Arien van Nuyssenborch [Nuyssenborch]
Views
Ostilhoù personel
Enklask araokaet