Boudewijn II van Heusden g. ~ 970 a. a. 1028 - Taolenn an diskennidi
Ur pennad tennet eus Rodovid BR, ar c'helc'hgeriadur digor.
marvidigezh: 1028
2
21/2 <1+?> ♂ Jan II van Heusden [Heusden]marvidigezh: 1077
3
41/3 <2+?> ♂ Robert IV van Heusden [Heusden] 32/3 <2+?> ♀ Aleida van Heusden [Heusden]4
61/4 <4+1> ♂ Boudewijn III van Heusden [Heusden] 52/4 <3+?> ♂ w Folpert van Arkel [Arkel]5
81/5 <6+2> ♂ Jan III van Heusden [Heusden] 72/5 <5> ♂ w Herbaren van der Lede [Lede]6
101/6 <8+3> ♂ Arnold I van Heusden [Heusden]eured: <7> ♀ Meisje Hugo Botter van Schoonhoven [Schoonhoven] g. ~ 1175
marvidigezh: > 1207
7
161/7 <10+5> ♂ Jan III van Heusden [Heusden]eured: <9> ♀ Beatrix van Holland [van Holland] g. 1190 a. a. 1240
marvidigezh: 28 Gwengolo 1241, Naaldwijk
marvidigezh: 1255
heer van der Lede en Schoonhoven. Stamvader van het geslacht van
derLede. Zie Ned. Leeuw 1942, kolom 129/130marvidigezh: 1255
marvidigezh: 1255
eured: <21!> ♀ Alveradis van Heusden [Heusden] g. ~ 1190 a. a. 1234
marvidigezh: 1252 ≤ ? ≤ 1253
fouten!),1954, 1966, 1970, 1971, 1972, 1982, 1983, 1988; Isenburg: EuropaischeStammtafeln Alte Folge Band V, Tafel 91-93; Schwennicke: EuropaischeStammtafeln Neue Folge, Band V, Tafel 167-171; Gens Nostra 1963, 1991;Jaarboek CBG 1949, 1956; Ons Voorgeslacht 1970; Brabantse Leeuw 1975;Taxandria 1941; Navorscher 1900, 1910, 1913.\
Vermeld 1227-1243.8
191/8 <17> ♀ Nn van Heeswijk [Heeswijk]eured: <11> ♀ Mechtild ? (of Cleves) [Kleve] g. ~ 1200 a. a. 1254?
marvidigezh: 1242?
eured: <15!> ♂ Herbaren II van der Lede [Arkel] g. ~ 1200 a. a. 1252 ≤ ? ≤ 1253
marvidigezh: 1234
zieES NF Band VIII (Heusden), Band XVIII (Brederode) en V (Arkel). Zie
ookNed. Leeuw 1954, 1966, 1971marvidigezh: 1250
eured: <14> ♀ Mechtild Jansdr van Heusden [Asperen] g. ~ 1235 a. a. 1283
marvidigezh: > 1290
Heer van Heukelom en Asperen. Zie Ned. Leeuw 1966, kolom 301
De eerste vermelding van hem is als getuige in een oorkonde van 25 juni 1254 van Jan I van der Leede en diens neef Hugo Botter van Arkel omtrent een belening van een derde deel van de heerlijkheid Dalem aan Floris van Dalem. Otto's vader Herbaren stierf waarschijnlijk in 1252 of 1253. In de oorkonde van 17 maart 1253 wordt Otto's oudste broer Jan namelijk heer van Arkel genoemd. Otto's vader leefde toen niet meer en Otto zal na diens dood wel heer van Heukelum en Asperen geworden zijn. Hij noemde zich reeds in 1269, net als in 1254, echter nog steeds "Otto dictus de Arkle, miles" Zo komt hij ook voor als getuige in een oorkonde van zijn neef Jan II van Arkel van 4 november 1272. Voor het laatst wordt hij genoemd op 2 mei 1283 als Otto van Arkel, oom van de leenheer Jan II van Arkel bij bevestiging van het leen van het gerecht en de tienden van Heukelum.
Genoemd als lid van de ridderorde van Sint-Jacob die door graaf Floris V zou zijn gesticht, maar deze hele ridderorde is een 17e-eeuwse fictie.
mogelijk grootvader van Person:379350eured: <15> ♂ Godschalk van der Merwede [Merwede] g. ~ 1230 a. a. >2 Du 1258
eured: <16> ♂ w Ghiselbert Uten Goye [Uten Goye] g. ~ 1200 a. a. 2 Du 1271
marvidigezh: >12 Gwengolo 1288
ganedigezh: > 1276
eured: <18> ♂ Wouter Uten Goye [Uten Goye] g. ~ 1230 a. a. 19 Du 1281