Doedijn Beijens g. ~ 1400 a. a. > 1469

Ur pennad tennet eus Rodovid BR, ar c'helc'hgeriadur digor.

Darvoudoù

~ 1400 ganedigezh:

~ 1425 bugel: ♂ Bije Doens [?] g. ~ 1425 a. a. 18 Genver 1484 ≤ ? ≤ 8 Du 1485

> 1469 marvidigezh:

Notennoù

Andere kinderen:

• Aechte, > 1407
• Huich, > 1407
• Ariaentge, > 1407 - ca. 1461, Rotterdam (gestorven aan de pest)
• Antheunis

• 1 4 1429 verwerft 2 gemet land aan de Hofweg te Poortugaal en de hofstad van Putten.
• 1432-4 Leenmangetuige van de heer van Putten 1432-4. De Heer van Putten en Strijen noemde hem in 1434 onder "onse mannen vant lant van Putte".
• 21-09-1434 zegelde bepalingen inzake dijk- en waterschapsrechten
• 12-03-1436 vermeld als medebedijker van het Oudeland van Strijen

Op 11 September 1452 wordt zijn zoon Beije Doensz beleend met het leenland van zijn vader. Zijn zoon Antheunis Doensz volgt zijn vader Doedijn Beijensz op op 7 Januari 1444. Veel bronnen gaan ervan uit dat hij daarom in die periode is overleden. Dit is echter niet noodzakelijk want de mogelijkheid bestaat natuurlijk dat Doedijn bij zijn leven goederen aan zijn kinderen heeft overgedaan om een eigen bedrijf te beginnen.

• 8-12-1455 neemt twee droge dijken te Poortugaal in leen, n.l. de latere Kruisdijk en de dijk gelegen langs de korenmolen, die achter de dijk van Albrantswaard zijn komen te liggen; juist ten noorden van de plaats, waar de beide lenen elkaar ontmoeten, ligt een boerderij tegen de binnenkant van de dijk op de dijkzate, waarvoor jaarlijks 1 kapoen moet worden betaald, deze betaling geschiedde van 1459-1469 (de boerderij wordt dan nog naar een vorige eigenaar de "Thomashofstede" genoemd); in dezelfde periode is hij 32 schell. 6 duiten aan jaarlijkse arftijns verschuldigd voor 4 gem. 1 lijn land bij de kerk van Poortugaal en 3 pond Hollands voor 7½ gem. land genaamd de Grote Weyde* 1459-1465 betaalt 18 schell. Hollands voor de "quade 6 gemet"
• 1459-1462 pacht samen met Jan Mattens de staalvisserij van Battenoert tegen 37 pond Hollands en van 1466-1468 de potinge in die Roden als rietbroek en visserij tegen 5½ pond
• 1-7-1461 voogd over de kinderen van zijn zuster Ariaentge
• 1461-1465 pachter van de droge dijk tussen het Oostdorp en de Driëndijk, de plaats waar zijn leendijken bij zijn boerderij begonnen, tegen 2 pond 16½ en in 1466 tegen 20 schell.
• 1461 pachter van de tienden van Waddenswaert tegen 7 pond 10½ schell. en in 1465 die voor het dorp tegen 10 schell. en de lammertienden tegen 4 pond 1 schell.
• 1462 pacht een tiende gelegen tot Poortugaal
• 1-5-1465 zegelt voor zijn neef Olaert Hendricksz
• 1466 Wouter Pietersz wordt zijn zwager (= schoonzoon) genoemd
• 1466-1468 pacht de zwaandrift in Poortugaal tegen 2 pond 5 schell. en in 1469 tegen 2 pond
• 1466-1469 houdt 2 gem. land in pacht aan de Puddikepoelseweg tegen 28 schell. samen met Gout Claisz en en Wouter Petersz en pacht het grootste deel van het land te Poortugaal van het klooster Nieuwlicht tegen 283 Rijnsgulden 9 st.
• vestigt samen met zijn (oudste) zoon Aert Beijens een memorie op 2 gem. land in ver Nellenhouck, te versterven op zijn zoon Doen

Eus an dud-kozh d'ar vugale-vihan