Gerrit Dirksz de Jong c. 6 Mae 1736 a. a. 23 Gwengolo 1805

Ur pennad tennet eus Rodovid BR, ar c'helc'hgeriadur digor.

Darvoudoù

6 Mae 1736 kristenadur: Scherpenzeel

17 Mae 1761 eured: Scherpenzeel, ♀ Maria Teunissen van Ginkel [Ginkel] c. 27 Ebrel 1732 dou. 27 Meurzh 1790

13 Genver 1774 bugel: Scherpenzeel, ♀ Willemijntje de Jong [Jong] g. 13 Genver 1774 a. a. 1 Kerzu 1820

6 Gwengolo 1805 douaridigezh: Scherpenzeel

23 Gwengolo 1805 marvidigezh: Scherpenzeel

Notennoù

lid gemeentebestuur Scherpenzeel Gerrit de Jong x Maria van Ginkel, won. Scherpenzeel, transporteren aan Heijmen Teunisse seekere twee campjes land het ene genaamt t Lege Erff en het andere t Clooster, leggende te Renswoude. (Dorpsgerecht Renswoude 1801; 17-01-1763). In 1768 leent Gerrit de Jong f 98,= van Casparius Schultsz, schout van Maarn. Onderpand: “zekere herberg, bestaande uit huizinge en berg, schuur en hof genaamd den Holevoet” (Recht. Arch. Woudenberg 2347; 2803-1768). Gerrit de Jongh, hospes aan de Holevoet en zijn vrouw lenen 398 gulden van Maria Lagerweij, wed. Tijs Ariense van Wittenberg. Hij gebruikt dit om een lening van 100 gulden af te lossen t.b.v. Casparus Schultz en 300 gulden t.b.v. Jacobus Abbema. Onderpand: een huis, berg, schuur en hof genaamd De Holevoet. Oost: Teunis van Ingen, west: Jan Aartse van Hardeveld. (Recht. Arch. Woudenberg 2347, blz. 168; 30-03-1779). (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2356, blz. 31, 32, 33; 30-03-1779). Lidm. Scherpenzeel 28-12-1784: Maria van Ginkel, aan de Holijvoet en Gerrit de Jong, aangenomen 31-011785, beiden met attestatie vertrokken naar Woudenberg 31-01-1785. Lidm. Woudenberg 18-10-1785: Gerrit de Jong en Maria van Ginkel, met attestatie van Scherpenzeel. Gerrit de Jong met attesttatie vertrokken naar Scherpenzeel 26-04-1797. In 1798 komt Gerrit de Jong met attestatie van Woudenberg (Herv. Gem. Scherpenzeel 167; Kasboek diaconie 1763-1819, fol. 93; 1798). In 1801 en 1802 is Gerrit de Jong lid van het gemeentebestuur van Scherpenzeel.

Eus an dud-kozh d'ar vugale-vihan