van Louvain g. ~ 1070 - Taolenn an diskennidi

Ur pennad tennet eus Rodovid BR, ar c'helc'hgeriadur digor.

Den:381520
Jump to: navigation, search
Ezhomm en deus hor servijer eus kalz loazioù evit diskwel gwezennoù bras. Setu perak ne c'hall gwelout an arvererien dizanv nemet 7 remziad diagentidi ha 7 remziad diskennidi en ur wezenn. Ma vennit gwelout ul lignez a-bezh hep enskrivadur, ouzhpennit an testenn ?showfulltree=yes e dibenn chomlec'h URL ar bajenn-mañ. Mar plij, ne lakait e neblec'h all ebet ul liamm eeun ouzh ur wezenn a-bezh.
11/1 <?+?> van Louvain [Hainaut]
eured: <1> Arnold I van Aarschot [Aarschot] g. ~ 1070 a. a. > 1135
ganedigezh: ~ 1070

2

21/2 <1+1> Godfried van Aarschot-Rhenen [Aarschot-Rhenen]
ganedigezh: ~ 1090
eured: <2> Sophia van Bemmel van Kleef [Kleef] g. ~ 1090 a. a. < 1139
marvidigezh: 1169
vermeld 1125-1160, gegoed in Rhenen, Bemmel, Wormersbach, Herpen, half Asten (?), Perk, Anderlecht e, ovl. (minstens 35 jaar oud) circa 1160 (voor 1178),

3

31/3 <2+2> Dirk van Rhenen [Rhenen]
ganedigezh: ~ 1110
eured: <3> Nn van Bierbeek [Bierbeek] g. ~ 1120
marvidigezh: 1176
Burggraaf van Utrecht van ongeveer 1155 tot 1176
52/3 <2+2> Heilwich van Rhenen [Rhenen]
eured: <4> w Godfried I van Cuyck [Cuyk-Arnsberg] g. ~ 1100 a. a. 1167?
marvidigezh: > 1164
43/3 <2+2> Godfried van Rhenen [Rhenen]
marvidigezh: 27 Mae 1178, Utrecht
bisschop van Utrecht 1156-1178, hij kreeg in 1159 te maken met een opstand van burgers en zijn eigen ministerialen als uitvloeisel van de strijd tussen de pausgezinde Welfen en de keizergezinde Hohenstaufen, waarbij Godfried een aanhanger van de laatstgenoemde partij was. De opstand werd in 1160 in het voordeel van de bisschop beslecht. Hij hield zich vervolgens bezig met het versterken van zijn machtspositie in het Oversticht en in Friesland. Dat leidde in 1165 weer tot een conflict met graaf Floris III van Holland, waarin de keizer als bemiddelaar optrad. Bisschop Godfried bouwde de vestingen Vollenhove en Montfoort. Deze bisschop, benoemd op voorspraak van keizer Frederik I was uit ander hout gesneden dan zijn voorganger. Hij bouwde rondom zijn gebied een ring van forten. Het kasteel Horst tegen de Geldersen, Montfoort tegen Holland, Woerden tegen zijn eigen stad Utrecht en Vollenhove tegen de Friezen.. Omstreeks 1165 bouwde hij zijn burcht te Vollenhove, een zogenaamde motteburcht, die tot aan het einde van de vijftiende eeuw dienst bleef doen als verblijfplaats van de bisschoppen..

4

61/4 <3+3> Sophia von Renen [Renen]
ganedigezh: 1140
eured: <5> Hendrik II van Cuyck van Malsen [Cuijk] g. 1140 a. a. 1204?
marvidigezh: 1191?
vrouwe van Herpen\ Erfgename van de heerlijkheid Herpen, vermeld 1191-1203.

5

71/5 <6+5> Luitgard van Cuijk (van Perk) [Cuyck]
ganedigezh: 1165
eured: <6> Godfried II van Breda en Schoten [Breda] g. 1155 - 1160 a. a. 1216?
marvidigezh: 1217, alternatief: tussen 1219 en 1231
Zie: Jaarboek Oranjeboom XVII (1964) en het boek "De Heren van Breda

enSchoten" door Dr. P.C. Boeren (Bibliotheek GA Breda, 2-C-18). VolgensEuropaische Stammtafeln, Neue Folge, Band VII Tafel 100 (Heren

vanBreda) is zij een dochter van Hendrik II, heer van Cuijk
92/5 <6+5> Alveradis van Cuyk [Cuyck]
ganedigezh: 1165
eured: <7> Hendrik IV van Kessel [Kessel] g. ~ 1160 a. a. 1200?
eured: <8> w Diederik van Voorne [Voorne] g. 1170 a. a. 31 Kerzu 1228
marvidigezh: 1230
Geboren ca. 1165, overleden na 1226.
103/5 <6+5> Aleida van Cuyk [van Cuyk]
ganedigezh: 1165
eured: <9> Jan III van Heusden [Heusden] g. ~ 1160 a. a. 1217
marvidigezh: 1205
84/5 <6+5> Albert van Cuijk [Cuijk]
ganedigezh: 1170
eured: <10> Heilwig von Merheim [Merheim] g. 1170 a. a. 1235
marvidigezh: 1233
Heer van Cuijk en Herpen, burggraaf van Utrecht

6

181/6 <9+7> Hendrik V van Kessel [Kessel]
ganedigezh: ~ 1180
eured: <11> Uthelhildis van Hengebach [Hengebach] g. ~ 1190
marvidigezh: > 1236
Sticht in 1236 de parochiekerk van Kessel.

Image:Afb_kasteelkessel12eeuw.jpg

Maquette oorspronkelijk kasteel Kessel
192/6 <7+6> Sophia van Breda en Schooten [Breda]
ganedigezh: 1187?, Breda
marvidigezh: > 1237
113/6 <10+9> Alveradis van Heusden [Heusden]
ganedigezh: ~ 1190
eured: <12> Herbaren II van der Lede [Arkel] g. ~ 1200 a. a. 1252 ≤ ? ≤ 1253
marvidigezh: 1234
Alternatief als echtgenote van Herbaren is haar zuster Aleida!

zieES NF Band VIII (Heusden), Band XVIII (Brederode) en V (Arkel). Zie

ookNed. Leeuw 1954, 1966, 1971
124/6 <9+8> Dirk van Voorne [Voorne]
ganedigezh: > 1197
eured: <13> Clementia van Bierbeek [Bierbeek]
(1245-1275)
155/6 <9+8> Hendrik van Voorne [Voorne]
ganedigezh: ~ 1200
eured: <14> Catharina van Peteghem Cysoing [Petegem] g. ~ 1210 a. a. 1260
marvidigezh: 13 Meurzh 1259
Heer van Voorne, burggraaf van Zeeland.

Hendrik van Voorne komt in 1220 in een oorkonde van vader voor. Hij wordt daarin oudste zoon genoemd. In de oorkonde van 1220 deed Dirk van Voorne een schenking. Voor zoonlief kan daaruit geconcludeerd worden dat hij dan minstens 7 jaar moet zijn. Hendrik van Voorne is derhalve uiterlijk in 1213 geboren. Zijn broer Hugo was in 1229 zelfstandig getuige en zal derhalve minimaal twaalf zijn geweest, dus geboren uiterlijk 1217. Broer Dirk is op zijn vroegst eind 1217 geboren en Albert wordt steeds als jongste genoemd. Derhalve is het niet waarschijnlijk dat moeder Alveradis rond 1165 geboren is. Haar huwelijk met Dirk van Voorne zal er een zijn geweest die pas enige tijd na 1200 is gesloten.

Heer van Voorne en burgraaf van Zeeland, vermeld tussen 1229 en 1259. Bij zijn eerste optreden als heer van Voorne zal Hendrik van Voorne (leenrechtelijk) meerderjarig - 18 jaar - zijn geweest. Daaruit volgt dat Hendrik van Voorne uiterlijk 1211 geboren moet zijn. Hij heeft een voornaam die in de hoofdstam van de Van Voornes niet eerder opduikt zodat we daardoor mogen vaststellen dat Hendrik niet de oudste zoon zal zijn geweest. Hij zal ongetwijfeld een oudere maar vóór 1220 (eind 1217) overleden broer met naam Dirk hebben gehad. Niet vergeten mag worden dat we hier over relatieve data praten. Hendrik van Voorne kan ook iets eerder dan in 1211 zijn geboren. Met een minstens één oudere hypothetische broer Dirk kunnen we denk ik met nog een marge het huwelijk van zijn ouders op rond 1205 plaatsen.

Hendrik behoort tot de naaste medespelers van Willem II, graaf over Holland en Zeeland, die in 1247 tot Roomskoning van het Duitse Rijk was gekozen, echter op 28 januari 1256, in een strafexepidie tegen de Westfriezen bij Hooghoud door dezen werd gedood, nadat hij met zijn paard en al door het ijs was gezakt en door zijn volgelingen in de steek werd gelaten; deze gebeurtenis werd destijds en nog eeuwen later als een catastrofe ervaren en dit zal niet in het minst gelden voor Hendrik van Voorne, die deelde in de glans van de positie van Willem en deze op zijn reizen als Roomskoning vaak vergezelde. Hoogstwaarschijnlijk (Fr.v.Oostrom) maakte Hendrik, in het gevolg van graaf Willem II, op 6 januari 1249 te Keulen, op het Driekoningenfeest het volgende mee: de ontmoeting van de koning met de grootste geleerde van die tijd, n.l. Albertus Magnus; deze dominicaan, het sieraad van de Keulse universiteit, ontving de koning in zijn klooster, waar het gezelschap in de ontvangstzaal werd binnengelaten, de geleerde liet nog even op zich wachten, intussen ergerde het hoge gezelschap zich dat er niet de moeite genomen was om de haard aan te maken in de snijdende koude die er heerste. Net toen de woede op zijn hoogtepunt was kwam Albertus binnen, blootsvoets en in zomerpij gekleed, hij nodigde zijn gasten aan de maaltijd, die buiten geserveerd zou worden, de verontwaardiging over zoveel misplaatste ascese liep onder de edellieden zo hoog op dat sommigen de koning adviseerden spoorslags te vertrekken. Maar intussen in de kloostertuin aangekomen, bleek het daar zomer, de bloemen stonden in volle bloei en het fruit kon van de bomen geplukt worden; voor zover de verwende edelen iets te klagen hadden na afloop, was het over de hitte ...; ook voor de kritische beschouwer van heden, zijn de bronnen zodanig dat er aanleiding is er een kern van waarheid in te weten.

Hendrik, heer van Voorne, machtigt, blijkens akte van 1229, de kerk van ter Doest, om Oosthoek voor de zoutwinning te mogen ontmoeren; een ruiterzegel van heer Hendrik van Voorne, d.d. 10-10-1258, berust in het archief van de Duitse Orde te Utrecht; in 1235 blijkt dat Hendrik de leenheer is van Nicolaas van Putten, heer van Putten en Strijen; hij koopt (tussen 1247-1256) van de Roomskoning, graaf Willem II, de dijkzate van de uit het einde van het derde kwart van de twaalfde eeuw daterende inlaagdijk ten noorden en oosten van het latere Rotterdam; op deze dijkzate, die sedert de aanleg omstreeks 1240 van de dam in de Rotte ter plaatse van de Hoogstraat te Rotterdam, tot droge dijk was geworden, liggen een aantal door de heren van Voorne en Polanen uitgegeven lenen; het overlijden van Hendrik levert opvolgingsproblemen op (zij het op kleinere schaal, te vergelijken met de situatie in het graafschap Holland), Albert was nog (zeer) jong, 'broers had deze Albert niet', lezen we in: Maerlants Wereld, hoe dit te rijmen met de overige bronnen?

Hendrik van Voorne en [Mabelia] van Cysoing huwden in 1231. In dat jaar werden de huwelijksvoorwaarden opgesteld. Van Hendrik weten we dat zijn moeder de naam Alverade droeg. [Mabelia] van Cysoing was een dochter van de in 1214 al gehuwd zijnde Jan III van Cysoing en een Maria. Het lijkt uit vernoemingsoogpunt dan ook vreemd dat Hillegonde van Voorne de oudste dochter wordt genoemd van Hendrik van Voorne en [Mabelia] van Cysoing. Namen als Alverade, Maria en [Mabelia] kwamen daarvoor eerder in aanmerking. Bovendien zouden ook nog eens namen als Dirk, Jan en Hendrik in aanmerking komen alvorens een keuze op de naam Albrecht zou zijn gevallen. We weten dat Albrecht van Voorne zijn vader opvolgde maar uit oogpunt van vernoeming zal hij niet de oudste zoon zijn geweest. Hendrik van Voorne en [Mabelia] van Cysoing zullen derhalve gezegend zijn geweest met een grote kinderschare waar ze door kindersterfte echter een groot aantal weer van hebben moeten afstaan.

Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, deel II, 1222 tot 1256, door dr. J.G. Kruisheer, Assen/Maastricht 1986:

Oorkonde 991 was de (her-)belening van 2-1-1254 door Hendrik, heer van Voorne en burggraaf van Zeeland, van zijn broer heer Hugo met het ambacht Heenvliet etc., zoals deze een en ander reeds van zijn vader Dirk, heer van Voorne, had gehouden.
166/6 <8+10> Rutger van Kuyc [Cuyck]
ganedigezh: 1200
Heer van Herpen
207/6 <8+10> Aleidis van Cuijk [Cuyck]
ganedigezh: 1200 ≤ ? ≤ 1210
eured: <15> Gijsbrecht III van Amstel [Amstel] g. 1200 a. a. 1252
ganedigezh: 1250?
218/6 <8+10> w Hendrik III van Cuijk [Cuijk]
ganedigezh: 1200
eured: <16> Aleida Persijn (van Putten) [Putten] g. > 1205
marvidigezh: 1265
139/6 <9+8> Hugo van Voorne [Voorne]
ganedigezh: 1203
eured: <17> Justina van Heeze [Heeze] g. ~ 1210 a. a. 17 Meurzh 1258
marvidigezh: <25 Mezheven 1275
1229 heer van Heenvliet (beleend door vader, 1254 bevestigd door broer)
1710/6 <8+10> Margaretha van Cuyk [Cuyk]
ganedigezh: ~ 1205
eured: <18> Hendrik I van Mierlo [Mierlo] g. ~ 1195 a. a. < 1256
1411/6 <9+8> Albrecht van Voorne [Voorne]
ganedigezh: 1210
eured: <19> Margarethe van Horn [Horn] g. 1230
marvidigezh: 1262
2212/6 <9+8> Margaretha van Voorne (van Heenvliet) [Voorne]

7

331/7 <17+18> Ermegard van Mierlo [Mierlo]
ganedigezh: ~ 1210
eured: <20> Engelbert van Horne [Horn] g. ~ 1195 a. a. 1264 ≤ ? ≤ 1271
Haar voornaam is niet zeker
342/7 <18+11> Willem van Kessel [Kessel]
ganedigezh: ~ 1210
marvidigezh: 1261?
Graaf van Kessel. Zijn zoon Hendrik V moet in 1279 het graafschap ten westen van de Maas aan de graven van Gelre verkopen, wegens geldgebrek. Het familiewapen (een ruitenkruis) wordt nog steeds door de gemeente Kessel gebruikt. Image:Kessellz.jpg
363/7 <19+?> Jan I van Gavere [Gavere]
ganedigezh: ~ 1210
marvidigezh: < 1281
douaridigezh: Sinaai (Abdij van Baudeloo)
heer van Gavere, ridder te Exaerde, ridder en heer van Liederke, hoogschepen van het Land van Waas en bezat gronden in Vrasene en Haasdonk. 1e huwelijk met Isabella van de Moere
394/7 <19+?> Raas VII van Gavere [Gavere]
ganedigezh: ~ 1210
marvidigezh: 1290
heer van Liedekerke, schenkt 1248 aan de abdij van Ninove
405/7 <19+?> Arnold van Gavere [Gavere]
ganedigezh: ~ 1210
256/7 <11+12> Herbaren van Arkel [Arkel]
ganedigezh: 1220
eured: <27!> Agnies van Brederode [Brederode] g. 1220 a. a. 1280
marvidigezh: 1280
Heer van den Berghe (Bergambacht)
277/7 <11+?> Agnies van Brederode [Brederode]
ganedigezh: 1220
eured: <25!> Herbaren van Arkel [Arkel] g. 1220 a. a. 1280
marvidigezh: 1280
Zie Gens Nostra 1995, blz 293 e.v., echter met twijfel aan het bewijs!
238/7 <11+12> Otto I van Asperen van Heukelom [Arkel]
ganedigezh: ~ 1230
eured: <21> Mechtild Jansdr van Heusden [Asperen] g. ~ 1235 a. a. 1283
marvidigezh: > 1290
Ridder, heer van Heukelom en Asperen, vermeld 1254-1283.\

Heer van Heukelom en Asperen. Zie Ned. Leeuw 1966, kolom 301

De eerste vermelding van hem is als getuige in een oorkonde van 25 juni 1254 van Jan I van der Leede en diens neef Hugo Botter van Arkel omtrent een belening van een derde deel van de heerlijkheid Dalem aan Floris van Dalem. Otto's vader Herbaren stierf waarschijnlijk in 1252 of 1253. In de oorkonde van 17 maart 1253 wordt Otto's oudste broer Jan namelijk heer van Arkel genoemd. Otto's vader leefde toen niet meer en Otto zal na diens dood wel heer van Heukelum en Asperen geworden zijn. Hij noemde zich reeds in 1269, net als in 1254, echter nog steeds "Otto dictus de Arkle, miles" Zo komt hij ook voor als getuige in een oorkonde van zijn neef Jan II van Arkel van 4 november 1272. Voor het laatst wordt hij genoemd op 2 mei 1283 als Otto van Arkel, oom van de leenheer Jan II van Arkel bij bevestiging van het leen van het gerecht en de tienden van Heukelum.

Genoemd als lid van de ridderorde van Sint-Jacob die door graaf Floris V zou zijn gesticht, maar deze hele ridderorde is een 17e-eeuwse fictie.

mogelijk grootvader van Person:379350
269/7 <11+12> Mabilia van Arkel [Arkel]
ganedigezh: ~ 1230
eured: <22> Godschalk van der Merwede [Merwede] g. ~ 1230 a. a. >2 Du 1258
eured: <23> w Ghiselbert Uten Goye [Uten Goye] g. ~ 1200 a. a. 2 Du 1271
marvidigezh: >12 Gwengolo 1288
1288: Mabilia weduwe van Giselbertus quondam Dominus de Goye miles, beschikt bij testament over de opbrengst van haar huis in de immuniteit van St. Maarten (de domkerk van Utrecht) om na haar dood memoriediensten te laten doen in den Dom te Utrecht voor haar eerste echtgenoot heer Godscalcus de Merwede, haar tweede echtgenoot Giselbertus de Goye en voor haar zelf. Voor haar zegelen Johannes de Herkele, ridder en haar zoons Johannes en Daniel van der Merwede. De ridder Johannes de Herkele was Jan II Arkel, hij zegelt met: in een gothisch schild, twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken, met randschrift + S' JOHANNIS. MILITI.. DNI.. E. ARKEL. Haar jongste zoon zegelt met een wapen Merwede, nl. een dwars-balk, boven en beneden vergezeld van een aantal besanten of penningen, met randschrift: + SIGILLUM. DANIELIS.. . . . . . het tweede zegel was verloren.
2910/7 <15+14> Margarethe van Voorne [Voorne]
ganedigezh: 1230
eured: <24> Hubert Schenk van Beusinchem [Beusichem] g. 1220 a. a. 1272
marvidigezh: 1270
3011/7 <15+14> Hillegonde van Voorne [Voorne]
ganedigezh: 1230
eured: <25> Willem van Brederode [Brederode] g. 1220 a. a. 3 Mezheven 1285
marvidigezh: 5 Ebrel 1302
3112/7 <21+16> Johann I von Cuijk [Cuyk]
ganedigezh: 1230
eured: <26> Jutta de Nassau [Nassau] a. a. 25 Genver 1312
marvidigezh: 1308?
4213/7 <11+12> Elisabeth van Arkel [Arkel]
ganedigezh: ~ 1230
4614/7 <17+18> Gooswijn Moedel I van Mierlo [Mierlo]
ganedigezh: 1230
marvidigezh: < 1286
ridder, heer van Mierlo (1256), leenman van de hertog van Brabant, wordt in 1265 samen met de commandeur van de Duitse Orde te Gemert en ridder Arnold van de Velden belast met een onderzoek naar de eigendomsverhoudingen van het Latbroek in Sterksel. Op 12 november 1265 kregen zij hun opdracht van Aleidis, de weduwe van de hertog, waarna ze op 5 januari 1266 verslag deden van hun bevindingen. wapen: drie molenijzers met een barensteel (met 3 hangers)
2415/7 <11+12> Jan I van Arkel [Arkel]
ganedigezh: 1233
eured: <27> Bertha van Ochten [Ochten] g. ~ 1235 a. a. 1285?
marvidigezh: 1272
Jan treedt in 1253 als heer van Arkel en ridder, met zijn broer Herbaren van den Berghe, op als getuige voor Jan van der Lede. 25 06 1254 wordt hij met zijn broers Otto en Hugo vermeld in de oorkonde, waarin Jan van der Lede en zijn neef Hugo van Arkel, Floris van Dalem belenen met 1/3 van Dalem. 29 10 1263 beleent hij zijn "cognatus" Otto met het bedijkte land dat Slingeland genoemd wordt. Voor de laatste maal wordt hij vermeld op 23 08 1264, wanneer hij met Willem van Brederode een watergang verleent aan Hendrik van Alblas. Tussen 1247 en 1267 kwam Gorinchem en omgeving in het bezit van Jan van Arkel. In 1267 startten hij met de bouw van een groot kasteel aan de oostzijde van Gorinchem, langs de rivier de Merwede. Zijn zoon Jan II zal dit voltooien en opdragen aan Floris V.
2816/7 <15+14> Albrecht van Voorne [Voorne]
ganedigezh: ~ 1235
eured: <28> Adélaïde de Looz [Looz] g. ~ 1240 a. a. 1275?
eured: <29> w Katharina von Luxemburg [Limburg-Arlon] g. 1255 a. a. 26 Gwengolo 1328
marvidigezh: 30 Kerzu 1287
douaridigezh: Loosduinen
Aelbrecht komt vanaf 1261, door het zelfstandig uitvaardigen van oorkonden, in de bronnen voor; in 1268 is Aelbrecht mede aanwezig,bij een bezoek van graaf Floris V, met zijn voormalige voogdes/tante Aleida, aan Brugge; een ruiterzegel van heer Aelbrecht van Voorne, d.d. 17-8-1271, berust in het Stadsarchief van Keulen; in 1273 geeft ,Graaf Floris V bij akte toestemming aan Albert, heer van Voorne, om diens varkens te mogen weiden in de hout, 'de weide van Voorne'; 1283, id., t.n.v. Katharina, vrouwe van Voorne; in 1277 is er op Voorne een inzamelingsactie voor een nieuwe kruistocht, de gelden worden geïnd door de 'capellanus de Merlant...'; de schrijver/ dichter Jacob van Maerlant, koster van de Maerlantse kerk, krijgt opdrachten van en draagt werk op aan Albert, n.l. (o.a.) 'Historie van den Grale', toen deze op de drempel van zijn bestuur stond.
3817/7 <11+12> Alverade van de Leede (van Arkel) [Arkel]
ganedigezh: 1235
ganedigezh: > 1276
eured: <30> Wouter Uten Goye [Uten Goye] g. ~ 1230 a. a. 19 Du 1281
3718/7 <20+15> Arnoud van Amstel [Amstel]
ganedigezh: 1240?
eured: <31> Johanna van Zuylen (van IJsselstein) [Zuilen] g. 1230 a. a. 1290
marvidigezh: 1291?
heer van Benschop, Polsbroek en IJsselstein, bouwt kasteel IJsselstein Hij wordt voor het eerst genoemd in een document uit 1267 waar hij van het kapittel Sint Maria te Utrecht een pacht kreeg over Achtersloot. Zijn broer Gijsbrecht IV van Amstel getuigde hierbij. Tussen 1268 en 1275 stichtte hij een kasteel bij IJsselsteijn, waaruit hij in 1279 werd verdreven door graaf Floris V van Holland. Hij vluchtte toen naar het kasteel Vreeland, een bezit van zijn broer Gijsbrecht, maar moet deze ook overgeven aan Floris V in 1280. Hij werd daarna gevangengenomen en naar Zeeland overgebracht. Op 27 oktober 1285 werd hij met zijn broer weer vrijgelaten vanwege een verzoening met de graaf.
4319/7 <21+16> Agnes van Cuijk [Cuyk]
ganedigezh: ~ 1240
marvidigezh: 1260?
4520/7 <13+17> Dirk van Voorne [Voorne]
ganedigezh: ~ 1240
marvidigezh: <8 Du 1291
Heer van Heenvliet. Getrouwd met Elisabeth van Colleghem, Heer Colins Buchs dochter [een lijftocht van 100 Leuvense ponden per jaar, verzeker op 44 gemet tienden te Heenvliet en 8 pond 6 schellingen uit het schot van Heenvliet. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend, zijn broer Hugo volgde hem op als heer van Heenvliet.
4721/7 <21+16> Willem I van Cuijk [Cuijk]
ganedigezh: 1240
eured: <32> Justine van Diepenbeek [Diepenbeek] g. 1245
marvidigezh: 1290
heer van Boxtel
3522/7 <13+17> Hugo van Heenvliet (van Vornekine) [Heenvliet]
ganedigezh: ~ 1245
Heer van Heenvliet voor 1287
4423/7 <11+12> Hugo Botter van Arkel [Arkel]
ganedigezh: 1247
eured: <33> Asekin van Cats [Cats]
marvidigezh: 1284
Heer van Schoonhoven
4124/7 <22+?> Gerard II van Heemskerk [Heemskerk]
ganedigezh: 1260
eured: <34> Ada van Egmond [Egmond] a. a. 1308
eured: <35> Elisabeth van Heukelom [Heukelom] a. a. 1311
eured: <36> Beatrix Willems van Haarlem [Haarlem] g. ~ 1275
marvidigezh: 1333
Ridder, Baljuw van Amstelland (1317), heer van Heemskerk, Oosthuizen
3225/7 <16+?> Aleid van Herpen [Cuyck]

8

521/8 <36+?> Clarissa van Gavere [Gavere]
ganedigezh: ~ 1230
eured: <37> Hendrik Wisse van Borselen [Borselen] g. ~ 1210 a. a. 1271 ≤ ? ≤ 1266
782/8 <40+?> Jan van Gavere [Gavere]
ganedigezh: ~ 1235
marvidigezh: 13 Eost 1297
723/8 <29+24> Hubert van Bosinchem [Beusichem]
ganedigezh: 1240
eured: <73!> Margaretha van Arkel [Arkel] g. 1255 a. a. 1290
marvidigezh: 1300
Ridder, heer van Culemborg 1281, schenker. Vermeld 1271/1300. Trouwt (1) Maragaretha van Arkel Trouwt (2) Clemencia van Woerden, ovl. voor 01.05.1316. Volgde zijn vader op als erfschenker van het Sticht en het kapittel van Oudmunster te Utrecht waaraan hij zoals zijn vader zijn bijnaam te danken had. In 1281 verkreeg hij van dit Kapitel een, waarschijnlijk al door zijn vader versterkte hoeve genaamd "Kulenburg". Dat zelfde jaar draagt hij dit kasteel op aan de Graaf van Gelre van wie hij het in leen krijgt. Hijis de eerste heer van Culemborg of Kuilenborg
634/8 <33+20> w Willem I van Cranendonck [Cranendonck]
ganedigezh: < 1243
eured: <64!> Katharina van Kessel [Kessel] g. ~ 1245 a. a. > 1306
marvidigezh: 14 Du 1282 ≤ ? ≤ 22 Mae 1289
645/8 <34> Katharina van Kessel [Kessel]
ganedigezh: ~ 1245
eured: <63!> w Willem I van Cranendonck [Cranendonck] g. < 1243 a. a. 14 Du 1282 ≤ ? ≤ 22 Mae 1289
marvidigezh: > 1306
776/8 <39+?> Raas VIII van Gavere [Gavere]
ganedigezh: ~ 1245
eured: <38> Aleida van Boulaers [Hoorne] g. ~ 1255 a. a. Du 1294
marvidigezh: 1313
eerste huwelijk met Beatrix de Longueval schenkt 1292 aan Ninove, 1294 aan Tongerlo. Verplaatst in 1295 het hospitaal van Breda naar het klooster van St Katharina te Woude.
707/8 <31+26> Mechteld van Kuyc [Kuyc]
ganedigezh: 1247
eured: <39> Dirk von Batenburg [Batenburg] g. 1241
488/8 <26+22> Jan van der Merwede [Merwede]
ganedigezh: 1250
eured: <40> Beatrix van de Burchgrave [Burchgrave] g. 1250
marvidigezh: 1290
519/8 <30+25> Dirk van Brederode [Brederode]
ganedigezh: 1250
eured: <41> Maria van der Leck [Leck] g. 1272 a. a. 1 Ebrel 1307
marvidigezh: 16 Eost 1318, Reims
Heer van Brederode, baanderheer, admiraal van Holland, 3e heer van Brederode, vermeld als ridder en baljuw van Kennemerland in 1288. Stierf op een pelgrimstocht en werd begraven in Reims in de kerk der Dominicanen.
5410/8 <42+?> Willem van Strijen [Strijen]
ganedigezh: 1250
eured: <42> Oda van Borselen (van Randerode) [Borselen] g. 1263 a. a. 1300
marvidigezh: 1293
Heer van Strijen
8011/8 <31+26> Kunigunde von Cuyk [Cuyk]
ganedigezh: 1250
eured: <43> Ruprecht II von Virneburg [Virneburg] g. 1239
8512/8 <33+20> Arnt Stamelart van Bruheze van Wedert (Valkenswaard) [Bruheze]
ganedigezh: 1252
marvidigezh: > 1326
6613/8 <24+27> Jan II van Arkel [Arkel]
ganedigezh: ~ 1255
eured: <44> Bertha Gerards van Sterkenburg [Sterkenburg] g. ~ 1265
marvidigezh: 27 Meurzh 1297, Vronen battle (see : [[wk:nl:West-Friese Oorlogen#Slag bij Vronen|Wikipedia (nl)]]
douaridigezh: Gorinchem
7314/8 <24+27> Margaretha van Arkel [Arkel]
ganedigezh: 1255
eured: <72!> Hubert van Bosinchem [Beusichem] g. 1240 a. a. 1300
marvidigezh: 1290
7515/8 <43+?> Hendrik de Cock [Cock]
ganedigezh: ~ 1255
marvidigezh: 1312?
heer van Hyer (Waardenburg) en Opijnen tweede huwelijk met Eva van Langel
7616/8 <36+?> Raas van Gavere [Gavere]
ganedigezh: ~ 1255
6717/8 <26+22> Daniël van der Merwede [Merwede]
ganedigezh: 6 Mae 1258
eured: <45> Beatrix van Alkemade [Alkemade] g. ~ 1270
marvidigezh: 1331
Heer van de Merwede, Wieldrecht en Oversliedrecht. Vermoedelijk de bouwer van het kasteel van der Merwede bij Dordrecht in 1307. Dat kasteel werd verwoest in 1418. De stenen werden voor het grootste deel gebruikt, o.a. voor de bouw van de Grote Kerk van Dordrecht. Door de Sint-Elisabethsvloed van 1421 werd het volledig een ruïne die met zijn funderingen in het water van de Merwede stond. In 1449 werd door de magistraat van Dordrecht verboden om nog verder stenen van de ruïne te gebruiken.
4918/8 <30+25> Floris van Brederode [Brederode]
ganedigezh: 1260
eured: <46> Brechta van Rolland [Rolland] g. 1260 a. a. 11 Here 1335
marvidigezh: 1 Genver 1327

Heer van Schoten en Adrichem. Vermoedelijk een

bastaardzoon.Vermoedelijke stamvader van het adelijke geslacht Van Adrichem
5019/8 <30+25> Aleid van Brederode [Brederode]
ganedigezh: 1260
marvidigezh: 25 Gouere 1333
5320/8 <38+30> Agniese van Langerak [Langerak]
ganedigezh: 1260
eured: <47> Hubert van Beusinchem Vianen [Beusinchem] g. 1240 a. a. 25 Mae 1318
marvidigezh: 13 Genver 1317
5521/8 <34> N. Willemsdr. van Kessel [Kessel]
ganedigezh: 1260
eured: 1295
marvidigezh: 1299
van onbekende herkomst. Zij wordt niet genoemd op de Tafel van de

Grafenvan Kessel aan de Maas (Tafel 60B) in Europaische Stammtafeln

MeueFolge, Band XVIII
5722/8 <37+31> Gijsbrecht van Amstel (van IJsselstein) [Amstel]
ganedigezh: 1260
eured: <48> Bertha van Arkel van Heukelom [Arkel] g. 1265 a. a. 25 C'hwevrer 1322
marvidigezh: 1343
Heer van Benschop (1293, 1314) en van IJsselstein (1309,

1313), maarschalk van de bisschop in het Nedersticht 1297, stichtte de St.-Nicolaaskerk te IJsselstein, begr. aldaar

ca. 1343.
6523/8 <23+21> Herbaren van Heukelom [Heukelom]
ganedigezh: ~ 1260
eured: <49> Agnes van Meerlo [Meerlo] g. ~ 1275
marvidigezh: 1333
Andere kinderen:
  • Otto, < 1333 - < 3 Mei 1384
Vermeld 12 Nov 1318 tot 30 Apr 1331, ontving goederen rond Acquoy bij Asperen en was stamvader van de heren van Acquoy. Hij wordt vermeld als "knape".
5824/8 <24+27> Arnout I van Noordeloos [Noordeloos]
ganedigezh: 1263
eured: <50> Aleid [?]
marvidigezh: 1307
5925/8 <23+21> Jan van Arkel van Heukelum [Arkel]
ganedigezh: 1265, Asperen
eured: <51> ... van Heuckelom [Heuckelom] g. 1275
marvidigezh: 22 Ebrel 1312
Heer van Arkel en Heukelom
6226/8 <32+?> Rutger van Leefdael [Leefdael]
ganedigezh: 1270
eured: <52> Agnes van Kleef [Kleve] g. 1282 a. a. 1338
Ridder, Heer van Oorschot en Hilvarenbeek, Burggraaf van Brussel, Drossaard van Brabant
8727/8 <47+32> Catharina van Boxtel [Boxtel]
ganedigezh: 1270
eured: <53> Willem van Millen [Millen] a. a. 6 Du 1328
marvidigezh: 1331
6928/8 <28+28> Mabelia van Voorne [Voorne]
ganedigezh: 1273
eured: <54> w Jan III van Arkel [Arkel] g. ~ 1275 a. a. 24 Kerzu 1324
marvidigezh: 26 C'hwevrer 1313
Mabilia van Voorne, wordt op 5.12.1305 getocht aan tienden gelegen rond Leerdam
5629/8 <23+21> Jan I van Heukelom [Heukelom]
ganedigezh: 1275
eured: <55> Nn [?] g. 1275 a. a. 1330
marvidigezh: 22 Ebrel 1312
Vermeld als knape 7 mei 1293, overl. voor 23 april 1312.\ Heer van Arkel Heukelom. Zie Ned. Leeuw 1966, kolom 301
8830/8 <23> Lijsbeth van Asperen van Heukelom [van Asperen van Heukelom]
ganedigezh: 1275, Heukelum
eured: <56> Gerrit II van den Vliet van Woerden [van den Vliet van Woerden] g. 1270 a. a. > 1344
marvidigezh: 3 Kerzu 1346, Lotharingen
8931/8 <23+21> Otto van Heukelom en Asperen [van Heukelom en Asperen]
ganedigezh: 1275
eured: <57> Nn van Buren [Buren] g. 1275 a. a. 1320
marvidigezh: 1344
6832/8 <35+?> Jan van Heenvliet [Heenvliet]
ganedigezh: ~ 1289
eured: <58> NN Gijsberts Uten Goye [Uten Goye] g. ~ 1290
eured: <59> Elizabeth van Vianen [Vianen] g. ~ 1310 a. a. <13 Gouere 1337
Eerste huwelijk met NN Gijsberts Utengoye, schout vn Polsbroek 1310, bezat alle tienden van het oude land van Heenvliet
8433/8 <45> Hendrick Dircks van Heenvliet [Heenvliet]
ganedigezh: 1290?
Van zijn vader is een huwelijk bekend maar hij had geen erfgenamen. Hendrick was dus vermoedelijk een buitenechtelijk kind.
7134/8 <44+33> Mechteld van Arkel [Arkel]
ganedigezh: ~ 1295
eured: <60> Jacob IV van Lichtenberg [Lichtenberg] g. ~ 1285 a. a. C'hwevrer 1323 ≤ ? ≤ 25 Gouere 1327
vermoedelijk kleindochter van Person:8369]
7935/8 <41+36> Hendrik II van Heemskerk [Heemskerk]
ganedigezh: 1326
eured: <61> NN Hugodr van Akersloot [Akersloot] g. 1252
marvidigezh: 1353
baljuw van Medemblik (1339,1347), baljuw van Amstelland (1350)
6036/8 <25+27!> Arnoud van den Berghe (van Liesveld) [Liesveld]
Heer van den Berghe (1290-1300)
6137/8 <37+31> Nn van IJsselstein (van Benschop) [IJsselstein] 7438/8 <31+26> Nn van Cuyk [Cuijk] 8139/8 <30+25> Elizabeth van Brederode [Brederode]
8240/8 <41+34> Gerard III van Heemskerk [Heemskerk]
8341/8 <28+29> Gerhard van Voorne [Voorne]
eured: <63> Heilwig von Borsselen [Borsselen] a. a. 19 Gwengolo 1328
8642/8 <46+?> Hendrik II van Mierlo [Mierlo]
Hoogschout van 's Hertogenbosch. schildknaap, heer van Mierlo, leenman van de hertog van Brabant, overleden circa 1331, kocht in 1303 in Helmond van Hendrik genaamd Schilling een tweetal cijnsen die deze in Deurne en Nuenen bezat. Id in 1306 getuige van de verkoop van het patronaatsrecht van de kerken van Asten en Lierop door Willem van Kuijk, heer van Asten en Escharen. We komen Hendrik II in 1315 tegen als hoogschout van Den Bosch. Deze functie verklaard wellicht het gegeven dat Hendrik II aldaar in 1317 een huis bezat. Verkoop aan de abdij van Tongerlo in 1315 het patronaatsrecht van de ker van Mierlo en 2/3 van de tienden die hij nog in Mierlo bezat.
Views
Ostilhoù personel
Enklask araokaet