Jan Roelofs Cranendonck g. ~ 1385 a. a. > 1454 - Taolenn an diskennidi
Ur pennad tennet eus Rodovid BR, ar c'helc'hgeriadur digor.
marvidigezh: > 1454, Ridderkerk
- Jan, ca. 1420 - > 1464
- Willem, ca. 1425 - > 20 maart 1471
Beleend met 7 m. land in Spijk onder Emmikhoven bij dode van zijn broer Willem van Gennep (1411). Landpoorter van Dordrecht (1445-1450). Dit was een burger, die was vrijgesteld van de verplichting om in de stad te wonen. Met behoud van alle rechten en plichten van het poorterschap. Hij woonde in de Riederwaard. In de periode 1443-1453 werd hij vermeld als eigenaar van 5 morgen land in de kort tevoren bedijkte polder Nieuw-Reijerwaard, gelegen achter Slikkerveer.
Een vermelding van 1438 is interessant, waarin een Jan de Meijer Roelofs een rente verkocht, staande een huys en erf tegenover de Schippersliedenkapel te Dordrecht. Een "meijer" was een vertegenwoordiger van de landheer, d.i. een schout, baljuw of rechterlijk ambtenaar. Het is heel goed mogelijk dat dit Jan Roelofs betreft, die dan blijkbaar in Dordrecht en omgeving de belangen van zijn rijke familie (o.a. in het land van Altena) behartigt.2
21/2 <1> ♂ Roelof Jans Cranendonck [Cranendonck]marvidigezh: 1483?, Ridderkerk
Andere kinderen:
- Cornelis, ca. 1440 - < 23 april 1520, Ridderkerk
- Jacob, ca. 1440 - > 4 augustus 1506, Ridderkerk
- Heijn, ca. 1450
- Jan, ca. 1450 - < 12 september 1514, Dordrecht
- Pieter, ca. 1450 - > 1 november 1502
3
41/3 <2> ♀ Nn [?]Andere kinderen:
- Cornelis, ca. 1460
- Jan, ca. 1465 - < 1527, Dordrecht
- 1453 de waarsman van de polder Oud-Reijerwaard betaalde een vergoeding aan Roel Cranendonck en Gerrit Roelofsz., die respectievelijk 7 en 2 dagen in de molen gewerkt hadden. Het is aantrekkelijk om in deze twee personen vader en zoon Cranendonck te zien, vooral omdat zij in de rekening direct na elkaar genoemd werden.
- Ca. 1460 een van de "ghemeenen bueren" van Ridderkerk, die 1/3 deel van het benodigde geld voor de aanbesteding van nieuwe kerk inlegden. Hieruit blijkt wel, dat Gerrit Roelofsz. op dat moment reeds tot de kapitaalkrachtige inwoners van Ridderkerk behoorde, terwijl zijn vader Roel Cranendonck, die ook op de lijst voorkomt, nog in leven was. De verklaring voor dit "eigen vermogen" van Gerrit Roelofsz. zou gezocht kunnen worden in een erfenis van moederszijde. Opmerkelijk is in dat verband, dat het land dat Gerrit Roelofsz. in (Nieuw-?) Reijerwaard via zijn vader Roel Cranendonck in eigendom kreeg, geheel afkomstig was van Claes Loijnck (van der Ghiessen).
- 1464 ontving geld van de polder Oud-Reijerwaard, omdat "hij die kae bij die wacht hoel stopte" en in 1469 kregen hij en enkele anderen (onder wie Jacop Roelofsz. en Neel Roelen) elk 2 stuiver omdat zij het hout van de as door de sluis bij de molen hadden gebracht en 3 stuivers vanwege verteringen.
- 1497 heemraad
- wordt in het register van dijkkavelingen in Reijerwaard "domis" (heer) genoemd.
- Van 1484 tot 1511 genoemd als landeigenaar in de polder Oud- Reijerwaard, vermoedelijk als opvolger in landerijen van zijn vader Roelof Jansz. Cranendonck. In 1497 bezat hij daar samen met zijn broer Jacob Roelofsz. ruim 8 morgen land in het weer naast "het Gat van den Dijck 9 mergen min 65 roe". Dit belendende weer werd in de cohieren van de 10e penning uit 1557 en 1561 nog steeds met die naam aangeduid, waarbij zeer opmerkelijk is, dat in het aangrenzende weer de erfgenamen van Cornelis Gerritsz. (Cranendonck) uit Hendrik Ido Ambacht de eigenaren waren! Hoewel hiermee nog niet bewezen is, dat Cornelis Gerritsz. een zoon van Gerrit Roelofsz. was, wordt deze mogelijkheid wel zeer aannemelijk, vooral omdat hij vermoedelijk een dochter Beatrijs had (gehuwd met Pauwels Adriaensz.), die in dat geval vernoemd zou zijn naar haar grootmoeder Beatrijs, de vrouw van Gerrit Roelofsz.! Jaarlijks kwam in de polderrekeningen van Oud-Reijerwaard een post voor, waarbij Gerrit Roelofsz. een vergoeding kreeg vanwege een op zijn land gelegen kade, waartegen men bemaalde. Uit latere rekeningen blijkt dat deze kade gelegen was tegen de "opvliet" bij de watermolen achter Gerrit Roelofsz. Behalve Gerrit Roelofsz. ontving overigens ook steeds een andere persoon een gelijke vergoeding voor de andere helft van de kade, blijkbaar omdat het belendende stuk land van twee verschillende eigenaren was.
- In de polderrekening over het jaar 1514 werd de vergoeding voor de gehele kade (dus niet meer gesplitst in twee helften) uitgekeerd aan Gerrit Roelen weduwe met enkele anderen: Gerrit Gerritsz., Jan Soet en Jan Gerritsz. Deze laatste personen ontvingen de vergoe- ding in de periode 1515-1529, zonder dat daarbij de weduwe van Gerrit Roelofsz. nog werd vermeld. Opmerkelijk is, dat Ariaen Cleysdochter, die in 1545 eenmaal als de weduwe van Gerrit Roelofsz. werd aangeduid, vanaf 1530 tot in 1556 deze jaarlijkse vergoeding van het gemeneland ontving wegens "die kae tegen den op- vlyet" in Oud-Reijerwaard! Toch lijkt aannemelijk dat Gerrit Roelofsz. slechts eenmaal getrouwd is geweest: in 1545 en 1550-1568 is sprake van de memorie van "Gherit Roeloffsz. ende Beatris sijn wijff". Uit de rekeningen van de kerkmeesters van Ridderkerk blijkt, dat voor de memorie van Gerrit Roelofsz. op dinsdag een mis gezongen moest worden door de pastoor en dat deze of de koster een mis moest zingen bij het koor en het graf.
4
81/4 <4+?> ♂ Aert Hendricks [?]marvidigezh: <28 Gwengolo 1534
burgemeester Jacob Oem, schepen Pieter Schaert en de burgers Aert Hendrickszoon en Jan Willemszoon werden in 1514 gegijzeld door het graafschap Holland om Dordrecht te dwingen mee te betalen aan een extra belasting (bede)
- 13-8-1482: 'Alsoe zekere twyst ende gheschylle gheweest tusschen Sijmon Jansz. an die een sijde ende Willem Henr(ick)sz. ende Aert Henr(ick)sz, ghebroeders met dat dair die stock cleve mach ter ande(re) sijde. Ende alsoe sij lange teghens malcanderen te recht gegaen hebben soe hebben sij hiet tusschen sprecken van enigh an beijde sijden ghesubmittert ende over gegeven aan vier goede mannen genaempt Sijmon Jans an Rijgaert Florijs ende an Herbaren Boon. Ende Willem Henr(ick)sz. ende Aert Henr(ick)sz. ghebroeders an meester Gerrit van Voern doer waerd(e) mijns ghenad(ige) he(re)n ende an Dirck Jansz. van Driell. Te weten dat Willem ende Aert voorsz. quijtscelden Sijmon Jans. voors. hoere oom van allen erfr(e)cht ende bruijckweer van lant als Sijmon teghenwoerdich besit ende ghebruijct. (achtergrond: 27-7-1492 verkocht Adriaen Romboutsz. voor schepenen van Dordrecht aan zijn zwager Aert Heynricxzoen: een geheel huis en erf. met nog de helft van een geheel huis en erf, beide gelegen aan de 'poortzijde' van Dordrecht, bij de Tolbrug, tussen het huis genaamd Beyeren en het huis dat Gerrit van Hamersteyn toebehoorde. In de tegelijkertijd gepasseerde tweede brief werd bepaald dat Adriaen Romboutszoen uit het voornoemde huis en erf alsmede uit het halve huis en erf 'gebannen'was. In de daarop volgende jaren probeerde Aert het tweede huis geheel in zijn bezit te krijgen, want in de derde brief van 21-6-1492, verkochten (zijn oom) Sijmon Jansz. en Katelijn Willem Aertszoens' weduwe een derde deel van de helft van het voornoemde huis aan Aert Heynrixzoen. Genoemde verkopers zaten Aert een jaar later nog steeds in de weg, want in de derde brief verbood Aert Heynrixzoen met recht verkregen in het jaargeding gehouden op dinsdag na Pinksteren (d.i. 4 juni 1493)'dat men besat een derdedeel vander helft ene gehele huijs en erve' zoals dat in de doorstoken brief omschreven was. Schepenen van Dordrecht bepaalden daarbij, dat Sijmons Janszoen en Katelijn Willem Aertszoens' weduwe uit dit derde deel van de helft van het huis en erf 'gebannen waren met een 'vredeban' en dat Aert alle rechten had verworven. In de vijfde brief d.d. 2 juni 1494 tenslotte, verkocht Adriaen Aert Colensz., als man en voogd van Kathelijn Aertsdochter, mede namems de broers Jan Aertsz. en Thonis Aertsz. (machtiging met een 'stedebrief' van Gorinchem), een 'vijffthalven' (4,5 ofwel 2/9) deel van een geheel huis aan de poortzijde van Dordrecht, tussen het huis van Adriaen Romboutsz. en 'den Rooschilt' aan Aert Heynricxzoen. Hoewel nergens sprake is van het resterende 1/9 deel, had Aert Hendricxsz. het tweede huis nu waarschijnlijk geheel in handen. Enkele jaren later was hij nog in het bezit van het eerste huis, want op 3-2-1506 verkocht Aert Heynricxszoen een jaarlijkse erfrente van 1 pond groot Vlaams aan (zijn schoonzuster) Marighe Jacob Jan Weynsdochter, verzekerde op het gehele huis en erf,'daer hij in woont',gelegen aan de poortzijde bij de Tolbrug, tussen het huis van Lijsbet weduwe van Gerrit van Hamersteyn en het huis genaamd Beyeren. Het tweede huis wordt ook genoemd, en wel in een extract uit het register van wijlen meester Adriaen Wouters, secretaris van Dordrecht. Hierin is sprake van de verkoop op 2-4-1538 door Dirck Adriaensz. die backer van een geheel huis en erf, gelegen aan de poortzijde 'op die vogelmerct', tussen 'den Roeden Schilt' en het huis van Toenigen Aert Henricxsz weduwe et altra. Deze laatste brief is doorstoken met een tweetal latere, waarin als belending werden genoemd: het huis van Anthonetta Aert Heynricxz weduwe (9-9-1550), resp het huis van Cornelis de Jonge (17-11-1559), man van haar kleindochter Hillegond Wensen. Wellicht waren de 'Vogelmerct' (nu: Groenmarkt) uit 1538 en de 'Vogelenzanc' uit 1417 een en dezelfde.)
- 1487: vermeld onder de hoofdgelden van Dordrecht, in het kwartier tussen Tollebrug en Wijnbrug: 'Henrick in burgoen(gen) staat op IJ 1/2 pond; cort jairlicx an lant XI st.IIIJ d'.
- 1488: vermeld onder de hoofdgelden van Dordrecht: 'Ith. noch ontfh. van Henrick Henricxz. in Burgoen(gen) van korsmis anno LXXXVIJ: I lb VIIJ st.'.
- 15-4-1505: Aert Heyndricx, voogd van Heijdrick, onmondige zoon van Claes Buijs Heijnrickszoen.
- 26-5-1512: Aert Heynricxz. 'is gereijst vander stede wege den XXVIen meij tot Bruyssel'.
- 1513: vermeld onder de ontvangsten van geleende penning 'geleent bijden poorteren hijernae gescreven': Aert Henricxz. IJ pnd (grot)en.
- 15-3-1513: Aert Heijnricxz. calengierde de koop van 5 morgen lands die Herber inden Kivit Jansz. binnen het jaar verkocht heeft aan Jan Prs. gelegen in Henrickijden ambocht, genoemd den Kivit.
- 17-3-1514: Aert Heijnricksz. calengierde opnieuw de 5 mogen in Henrickijden ambocht genaam den Kivit.
- 4-5-1518: Jan Ockers en Aert Heijnricksz. onze mede schepen calengierden het jaargeding dat meester Willem Luef heeft betreffende een rente op een huis en erf in Dordrecht.
- 1527: 'noch beth(ael)t Aert Heijnricxz. van twaleff merck hout'.
- 5-6-1527: Aernt Heynricksz. belend aan buitendijks land in West-Barendrecht.
- 12-2-1528: Aert Henricksz.,'onsen ouden rade', genoemd als eenvan de toeziende voogden van Kathelijn Aertdochter, weduwe van Pieter Pietersz.; voogden zijn Cornelis Aertsz. en Matheeus Dircks van Heeraertsberch.
- 1529: vermeld onder 'Oncost van hout...": 'Noch bethaelt Aert Heijnrickz van vier mercken (...) Noch Aert Heij(n)ricxz voors. beth(aelt) van negendalff hondert en vier vuet plancken.'
- 1535: onder de lijftochten: 'Heynrick in Burgoen(gen), nu Aert Heynricxz. wedue I lb. X st.' en Ariaenken Aert Heynrickxz.docht(e)r X st.'
- 1542: de weduwe van Aert Henricxz., wonende tot Dordrecht, verkoopt aan de grafelijkheid een rente van 191 lb.
- 22-9-1544: Beatris Jansdr. poorteresse tot Dordrecht, impetrante, contra Thoentgen weduwe en boedelhoudster van wijlen Aernt Heynricxz., mede poorteresse tot Dordrecht.
- 24-8-1545: Joost Jansz., poorter der stede van Dordrecht, belijdt dat hij verkocht heeft aan Teuntje Jacob Jan Wenssendr., weduwe van (Aert) Hendricksz.: 10 morgen land gelegen in het Oudeland van Mijnsheerenland, in een weer houdende tesamen 20 morgen, gemeen voet onder voet met de erfgenamen van Albert Pijnsen en Margriet Pieter Jans' weduwe met haar kinderen; belend ten O: de Oostwater molenvliet, ten Z: de Heerweg, ten W: de kerk en H.Geest van Mijnsheerenland, ten N: de gemenelandswatering.
- 11-10-1548: land in het Oudeland van Mijnsheerenland omtrent de Oostwatermolen aldaer, in een blok of weer land houdende tesamen 20 morgen, gemeen voet onder voet met Grietje Pieters' weduwe, de erfgenamen van Teuntje Jacob Jan Wensendr., weduwe van Aert Hendricksz., en Tielman Oom Danielsz.; belend ten O: de Oostwatermolenvliet, ten Z: de weg, ten W: Huich Andriesz. van Dordrecht, ten N: de gemenelandsavelingen.
- 29-5-1551: land in het Oudeland van Mijnsheerenland omtrent de Oostwatermolen aldaar, in een blok van 20 morgen, gemeen voet onder voet met de kinderen van Toontje Jacob Jan Wenssendr., weduwe van Aert Hendriksz. koopman, Aert Danielsz., en de erfgenamen van Adriaen Willemsz. den Hofman, wijlen geechte man van Marijke Margrietendr.; belend ten O: de Oostwatermolenvliet, ten Z: de weg, ten W: Huich Andriesz. uit Dordrecht, ten N: de gemenelands avelingen van Mijnsheerenland.
eured: <2> ♀ Adriana Cleijs [?] g. ~ 1485 a. a. 1557?
marvidigezh: < 1530, Ridderkerk
Andere kinderen:
- Gerrit, ca. 1510, Ridderkerk - ca. 1557, Sint Anthoniepolder
marvidigezh: >25 Mezheven 1543
- Gerrit, ca. 1500
- Herper, ca. 1500
- Huijg, ca. 1500
- Joost, ca. 1500 - < 1557, Oost IJsselmonde
marvidigezh: 1556?, Sandelingen Ambacht
- Adriaan, ca. 1528
Eerste huwelijk met Mariken Lambrechts Willemsdr. Uit dit huwelijk:
- Gerrit, ca. 1510
5
121/5 <8+?> ♂ Jacob Aert Hendricks [?]eured: <3> ♀ Cornelia Jans van Slingeland [Slingeland] g. ~ 1490 a. a. 20 Eost 1587
marvidigezh: <27 Mezheven 1527, Zwijndrecht
- Adriaen
- Jan
- Hillegond
Jacob woonde 'over de oude Mannen Steijgert' (=Manhuissteiger) te Dordrecht. Hij wordt vermoord in Zwijndrecht: 'werde op Swijndrecht deursteken, in flore aetatis' (in de bloei van zijn leven).
marvidigezh: >2 Mezheven 1557, Oost-IJsselmonde
Andere kinderen:
- Willem, ca. 1535, Oost IJsselmonde - < 8 augustus 1598, IJsselmonde
Tweede huwelijk met een onbekende vrouw. Kinderen uit dit huwelijk:
- Cornelis, ca. 1545, IJsselmonde - 1602/1603, IJsselmonde
- Huijg, ca. 1545, Oost IJsselmonde - 28 augustus 1615, IJsselmonde
Zij hertrouwde met Bouwen Adriaensz.
Een mogelijke aanwijzing voor de herkomst van Pieter Willemsz. is to vinden in het kohier van de l0e penning van (Oost-) Barendrecht uit 1542: Pieter Willem Gerritsz. gebruikte toen 2 1/2 morgen eigen land 34. Het lijkt waarschijnlijk, dat deze in Barendrecht genoemde Pieter Willem Gerritsz. en de stamvader van het geslacht Cranendonck in IJsselmonde een en dezelfde zijn: in 1543 verkocht Pieter Willemsz. land in Oost-IJsselmonde, waarbij een zekere Willem Gerritsz. borg voor hem was. Overigens moet hij niet worden verward met Pieter Willemsz. (Winter), geboren ca. 1514, die in 1539 genoemd wordt als heemraad van de polder Charlois en in 1543 als gebruiker van land in de polder Dirk Smeetsland onder Charlois. Uit de kohieren van de l0e penning van IJsselmonde blijkt, dat Pieter Willemsz. rond 1555 to IJsselmonde land gebruikte in het Oostambacht en in de polder 68 Morgen onder West-IJsselmonde. In de kohieren van Oost- en West-IJsselmonde van respectievelijk 1557 en 1558 waarn deze landerijen in gebruik bij zijn weduwe, helaas zonder dat hierbij haar naam werd genoemd. Het huis dat zij bewoonde onder Oost-IJsselmonde was (vanuit het westeinde komend) het derde huis van het dorp en behoorde met een aanslag van 3 pond tot de tien hoogst getaxeerde. Uit het kohier van 1562 blijkt, dat de weduwe van Pieter Willemsz. bruikster was van drie van de vier percelen land onder IJsselmonde waarin Pieter Willemsz. in 1555 vermeld werd, terwijl het vierde stuk (4 morgen, eigendom van Mr. Huijg van Eijnden to Delft) gebruikt werd door zoon Pieter Pietersz. (Cranendonck). In 1555 gebruikten de twee oudste zoons Gerrit en Pieter Pietersz. land en een huis met boomgaard onder West-IJsselmonde, maar werden zij nog niet vermeld als eigenaars of gebruikers onder Oost-IJsselmonde. Vermoedelijk heeft na het overlijden van Pieter Willemsz. een boedelscheiding plaatsgevonden, waarbij de weduwe het beheer kreeg over de erfenis van de jongste kinderen, terwijl de twee oudste zoons Gerrit en Pieter hun erfdeel reeds ontvingen. De weduwe hertrouwde na 1562 met een zekere Bouwen Adriaensz, die vanaf 1573 vermeld werd als gebruiker van de bovengenoemde percelen land in het Oudeland van IJsselmonde.
Wapen: 2 rode hoorns op goud + 2 zalmen in vrijkwartier.eured: <4> ♀ Mariken Wouters [?] g. ~ 1510 a. a. > 1579
marvidigezh: > 1580, Ridderkerk
eured: <5> ♂ Pauwel Adriaens [Cranendonck] g. 1517? a. a. 1567 ≤ ? ≤ 1574
marvidigezh: 1574 ≤ ? ≤ 1577
6
161/6 <12+3> ♀ Margaretha Jacobs Wenssen [Wenssen]eured: <6> ♂ Cornelis Claes van Driel [Driel] g. ~ 1505 a. a. 14 Genver 1555
marvidigezh: 1597, Dordrecht
- Anthonis, ca. 1535 - 1572 te Sandelingenambacht / Hendrik Ido Ambacht
- Isabella, ca. 1535, Dordrecht?
- Maria, ca. 1537, Dordrecht?
- Hillegonda, ca. 1541, Dordrecht
- Jacob, ca. 1543, Dordrecht - 1626
- Aarnoud, ca. 1545, Dordrecht - 1573
- Claes, ca. 1545, Mijnsheerenland - 11 november 1603, Westmaas
- Reijmsburgje, ca. 1546, Dordrecht?
- Cornelia, ca. 1547, Dordrecht?
- Anthonia, ca. 1551, Dordrecht?
- 6 mei 1571 Heyndrick de Raet Heliasz., man van Hillegont Cornelis van Driel Cleysdr., verkoopt aan Adriaen Thonisz.(van Driel): land gelegen in de dijkage van Beijerland onder Mijnsheerenland; deze en andere gronden waren gegeven bij het huwelijk zoals Grietge Cornelis van Driel Cleysz. weduwe tegen Cornelis Splintersz. te haren huize te Dordt heeft verklaard.
- 7 juni 1575 Margareta Wenssen, weduwe van Cornelis van Driel Claess, verkoopt met consent van Cornelis Thonis (Lodewijcksz.) als voogd van het nagelaten weeskind van Thonis Cornelis van Driel genaamd Ariaen Thonisz.
- 7 juni 1576 Margaretha Wenss wed(uw)e van Cornelis van Driel Claesz. transporteert een rentebrief van 6 Car.gld. aan Cornelis Thonis., voogd van het achtergelaten weeskind van Thonis Cornelisz. van Driel genaamd Arien Thonisz.
- 28 februari 1583 transporteren Adriaen Anthoenis van Driel (de zoon van Thonis Cornelisz.van Driel) en Anthonis Geenen (getrouwd met Pieterken Cornelis van Driel), tezamen de helft van 3 morgen 1.1/2 hont land onder IJsselmonde aan Cornelis Anthoenis Lodewijcx (man van Niesje Cornelisdr. van Driel) die reeds een kwart bezat. Het resterende kwart was in het bezit van Hendrick de Raedt (getrouwd met Hildegond Cornelisdr. van Driel).
- 20 september 1587 transporteert Hendrick de Raedt Elyasz. zijn kwart aan Neysgen Cornelis van Driellen, weduwe van Cornelis Anthonis Loycx, die daarmee het gehele perceel in eigendom had gekregen.
- Margaretha Wensen werd na het overlijden van haar echtgenoot in het spraakgebruik aangeduid als "Grietje van Driel" en haar naam is op die wijze in de Dordtse geschiedenis vereeuwigd als naamgeefster van "Grietje van Driel's toren". Deze toren is overigens in de loop der tijd nog met verschillende andere namen aangeduid. In 1553 werd deze in het kohier van de 10e penning vermeld: "Den toren van Cornelis Claessoen van Driel staende opter nijeu haven ande waterzij / onder een kelder en(de) bove(n) een kor
- Volgens het handschrift van Van Goudhoeven stierf Margriet Wentsen "Ao 1597 aet(atis) 80 hadde getrout Cornelis van Driel Claesz. schepen van Dordt Ao 1538 / hadde XI kinderen sij sterf in Mijnsheerenherberge".
eured: <7> ♀ Adriaentge Gerrits [?] g. ~ 1530 a. a. 1609
marvidigezh: 1600, IJsselmonde
marvidigezh: < 1581, Ridderkerk
- Claes, ca. 1557, Ridderkerk - ca. 1627, Ridderkerk
- Dirk, ca. 1562, Ridderkerk
- Jan, ca. 1563, Ridderkerk
- Daniel, ca. 1568, Ridderkerk - < 25 mei 1648
eured: <8> ♂ Johan Jans in ’t Veld [Veld] g. ~ 1540 a. a. 2 Kerzu 1612
marvidigezh: 1580?, IJsselmonde
- Jan, ca. 1565, Oost-IJsselmonde
marvidigezh: 30 Ebrel 1575 ≤ ? ≤ 5 Eost 1575, West-IJsselmonde
eured: <9> ♂ Jan Damen van der Linden [Linden] g. ~ 1545 a. a. <4 Ebrel 1593
marvidigezh: >4 Ebrel 1598
eured: <31!> ♀ Ariaantje Cornelis van der Giessen [Giessen] g. ~ 1575 a. a. <26 Ebrel 1627, Hendrik Ido Ambacht
douaridigezh: 29 Gwengolo 1646, Ridderkerk, in de kerk
- Roockgen, 12 december 1607, Ridderkerk
- Jenneken, 30 november 1609, Ridderkerk
Eerste huwelijk (9 Nov 1597, Ridderkerk) met Roockghen Goossen Schilperoort, dochter van Goossen Adriaensz Schilperoort en weduwe van Gerrit Cranendonck.
Zijn ouders waren al voor 1577 overleden, daardoor had hij op jonge leeftijd al landerijen in bezit. De percelen land, die tijdens zijn minder- jarigheid reeds op zijn naam stonden, waren de twee gorzen tegen het Oudeland en het land in de "Diercoop" in Nieuw-Reijerwaard. Mede daardoor was hij al op 25-jarige leeftijd heemraad van Ridderkerk en bleef dat 35 jaar tot 1628. Zijn groeiende welstand blijkt uit de belastingkohieren van 1627, hij was toen voor f.13.000,- gegoed en bezat meer dan 30 morgen land.
Betrok in 1597 de Paradijshoeve in Ridderkerk (huidig adres van Oostmolendijk 82) vermoedelijk de ouderlijke woning van zijn eerste vrouw. Zijn verkocht haar boerderij in Poortugaal maar het echtpaar behield haar land in Ridderkerk. Kocht in 1599 meer gorzen bij Oud-Reijerwaard. In 1627 koopt hij het land van zijn stiefkinderen in Ridderkerk. In 1638 bezit hij vijf haardsteden en een vermogen van 8000 pond. Zijn beide getrouwde dochters hebben dan een eigen vermogen van 5000 en 8000 pond. In 1639 verkoopt hij zijn boerderij aan zijn schoonzoon Jacob Gerrits voor 9250 pond. Na zijn overlijden bezat hij meer dan fl.10000 in geld en waardepapieren.
Hij was waarsman van Oud-Reijerwaard, dijkgraaf van Oud- en Nieuw-Reijerwaard 1611-1628. Heemraad en schepen van Ridderkerk. 1625/1626 plaatsvervangend schout van Ridderkerk.
De moeder van Adriaen was een Cranendock. Hij zegelde met het wapen van Cranendonck en de meer prestigieuze naam Cranendonck werd door zijn nageslacht overgenomen.7
241/7 <16+6> ♀ Niesken Cornelis van Driel [Driel]eured: <10> ♂ Cornelis Anthonis van der Giessen (Lodewijks) [Giessen] g. ~ 1540 a. a. 1584 ≤ ? ≤ 1587
marvidigezh: 23 Ebrel 1623, Hendrik Ido Ambacht
eured: <11> ♀ Soetje Simons [?] g. ~ 1571 a. a. >24 Here 1610, Ridderkerk
marvidigezh: >29 Gouere 1641, West-IJsselmonde
aotre da eurediñ: <12> ♀ Marijken Cornelis [?] g. 1571? a. a. C'hwevrer 1651, Ridderkerk
eured: <12!> ♀ Marijken Cornelis [?] g. 1571? a. a. C'hwevrer 1651, Rijsoord
marvidigezh: 1 C'hwevrer 1635, Rijsoord
- Maertge
- Grietken, 13 november 1594, Rijsoord
- Heijltjen, 20 april 1597, Rijsoord - < mei 1641, Rijsoord
- Arien, 23 januari 1600, Rijsoord
- Fop, 23 januari 1600, Rijsoord - > 14 mei 1666
- Maritge, 16 januari 1605, Rijsoord - < 5 juni 1658
- Barbertie, 10 juni 1607, Rijsoord
Schout van Rijsoord, eigenaar van de brug bij Rijsoord 1617, leenman van Wassenaar 1613. Lenert en Marijke doen op 19 december 1634 belijdenis.
De brug van Rijsoord werd in 1543 over de Waal geslagen, bewesten de Rijsoordse kerk, ter vervanging van het oude schuitveer dat hier sedert 1332 dienst deed. Voor herstelling van de brug gaf Prins Willem van Oranje op 4 december 1582 toestemming de kosten hiervoor te mogen verhalen uit een omslag over alle morgens (1 morgen = 93 A 94 ca.) der Zwijndrechtse Waard, mits de ingelanden dan voortaan vrijgesteld zouden zijn van bruggegeld. In 1615 werd zij (de brug van Rijsoord) “door ouderdom en tlanck gebruyck vergaen ende ontramponeerd bevonden”. Lenaert wilde op zijn kosten de brug wel herstellen als hij alle rechten erbij over kon nemen. Men ging akkoord maar na herstel ging hij ook van de Waardbewoners bruggegeld eisen. Er ontstond een proces, dat in april 1617 eindigde in een arbitrale uitspraak: voor immer zouden allen, vallende onder de schouw van Zwijndrecht, vrijgesteld zijn van bruggegeld, mits éénmaal betalende een som van 3 stuivers voor iedere morgen die de Waard telde.eured: <13> ♀ Aaltje Cornelisdr Romeyn [Romeyn] , Ridderkerk
eured: <14> ♀ Jorisje Pieters [?] g. 26 Genver 1586 a. a. 15 Here 1650, Barendrecht
marvidigezh: 1634 ≤ ? ≤ 1648
marvidigezh: <29 Kerzu 1613, West-IJsselmonde
- Jan, ca. 1596, < 1644
- Leendert, ca. 1599, Barendrecht - < 1657
- Robbrecht, ca. 1604, Barendrecht - > 1654, Poortugaal
- Pieter (tweede met die naam), ca. 1606, Barendrecht? - ca. 1666
marvidigezh: >20 Gwengolo 1618
Andere kinderen:
- Gerrit
- Lijntgen
- Jochem
- Grietje
Tweede huwelijk (10 april 1611, Ridderkerk) met Hilletje Teunisdr. Kinderen uit dit huwelijk:
- Arij
- Annijge
- Maeijcken
eured: <15> ♀ Marijtgen Gijsbrecht Pieters Meeuwenhil [Meeuwenhil] g. ~ 1585 a. a. > 1658, Mijnsheerenland
marvidigezh: 1640?
eured: <16> ♀ Teuntjen Emonds van Jonkholt [Jonkholt] c. 13 Gouere 1603 a. a. <20 Du 1634, Ridderkerk
marvidigezh: 13 Gouere 1663 ≤ ? ≤ 19 Kerzu 1665
Waard van het "Wapen van Rome" in Ridderkerk, gekocht op 14 juni 1636 van Teus Meuss.
Met Palus Aryensen Romeyn (=Kraenendonck), Cornelis Aertsen Leeuwenburch en Jacob Aryensen Nuchteren, allen wonende te Ridderkerk, verklaarde Huyser bij akte van 21-2-1640 400 Car.gld schuldig te zijn aan de heer Johan Volls, magistraat van Dordrecht, welke bedrag zij beloofden over een jaar terug te betalen. (GA Dordrecht, ona inv.nr.63, fol.32).
Op 22 mei 1647 transporteerde Aryen Quirijnen Huyser de jonge aan Pouwels Aryensden Kraenendonck 3 morgen 68 roeden in het 'Duyffhuys, de 68e hoef in Oud-Reijerwaard.(ARA,ora RK inv.nr.10.fol.141 e.v.). Dezelfde dag werd er ten behoeve van Huyser een schuldbrief opgemaakt ten bedrage van 1421 Car.gld.(ARA,ora RK inv.nr.10,fol.100 e.v.).
kocht in 1652 1 1/2 morgen zaailand in "den Brouwer" in Nieuw-Reijerwaard
Op 16-4-1653 verklaarde Huyser met Jacob Aryensz. Nuchteren, Pouwels Aryensz. Cranendonck en Jacob Leendertsz. Slickerveer, allen wonende onder Ridderkerk, 600 Car.gld. schuldig te zijn aan Neeltie Abrahamsdr.(GA Dordrecht, ona inv. nr.91 fol.121.).
kocht in 1657 een aantal koeien
ONR Ridderkerk, Inventarisnummer 14 R, Aktenummer/Blz. 7/10, Notaris Engelbrecht Cornelisz van der Gijp: Jan Willemsz Romeijn verklaart schuldig te zijn aan Gerrit Ingensz, gaermeester van de verpondinge 72 gulden. Maertge Cornelis, wonende in de Grient alhier, weduwe van Willem Cornelisz Romeijn, geassisteerd door Pouwels Arijensz Cranendoncq,haar voogd, stelt zich borg.
ONR Ridderkerk, Inventarisnummer 14 R, Aktenummer/Blz. 51/94, Notaris Engelbrecht Cornelisz van der Gijp: Pouwels Arijensz Kraenendonck bekent schuldig te zijn aan Philps en Jacob Rentier te Rotterdam, als voogden van de nagelaten weeskinderen van Susanna Dircx, weduwe van Mathijs Huijbrechtsz van Sittert, een bedrag van 800 gulden. Vincent Franssen Danckert - oud heemraad - en Willem Dircxsz, timmerman, zijn borg.
ONR Ridderkerk, Inventarisnummer 14 R, Aktenummer/Blz. 53/97, Notaris Engelbrecht Cornelisz van der Gijp: Pouwels Arijensz Kraenendonck, 41 jaar, verklaart op verzoek van Cleijsgen Pietersdr., weduwe van Cornelis Foppen de jonge, dat hij eergisteren in de avond aanwezig was in het Wapen van Rome (eigenaar hiervan) en daarbij getuige was dat Abraham Joosten, wever, Huijch Cornelisz uitmaakte voor 'jonge schapendief'.
ONR Ridderkerk, Inventarisnummer 14 R, Aktenummer/Blz. 87/157, Notaris Engelbrecht Cornelisz van der Gijp: Willem Dircxsz, timmerman 46 jaar, Arijen Quierijnen Huijser, 36 jr, Dirck Arijensz op 't Dorp, 48 jr, Pleun Querijnen Huijser, 40 jr, Cornelis Cornelisz Kuit 40 jaar, Harmen Lenert Vrancken 60 jaar en Cornelis Willemsz Schansman 34 jaar, verklaren op verzoek van Hermen Celosse, predikant, dat zij ten huize van Pouwels Arijensz Kranendonck zijn geweest en vertellen over de predikant en zijn vrouw, die zich verschillende malen onbehoorlijk zouden hebben gedragen.
Tweede huwelijk (29 mrt 1637, Ridderkerk) met Ariaentje Leendertsdr aen Dijck. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend.
Derde huwelijk (10 apr 1639, Ridderkerk) met Grietje Jacobs. Uit dit huwelijk de volgende kinderen:
- Ariaentje, 11 december 1639, Ridderkerk
- Arien, 17 november 1641, Ridderkerk
- Annetien, 24 april 1644, Ridderkerk
- Arijen, 28 oktober 1646, Ridderkerk - 28 november 1708, Ridderkerk
- Neeltjen, 6 mrt 1650, Ridderkerk
- Jacob, 23 juni 1652, Ridderkerk - 8 december 1705, Ridderkerk
8
361/8 <24+10> ♂ Antonis Cornelis Lodewycx [Lodewycx]eured: <15!> ♂ Adriaen Pauwels ? (den Ouden Dijckgraeff) [Cranendonck] g. 1565? dou. 29 Gwengolo 1646, Hendrik Ido Ambacht
marvidigezh: <26 Ebrel 1627, Ridderkerk
- Roockgen, 12 december 1607, Ridderkerk
- Jenneken, 30 november 1609, Ridderkerk
marvidigezh: 1661, Charlois
- Annetje
- Pieter,
- Soetgen, ca. 1630
Uit de boeken van de kerk van Charlois (1661): "Ontfangen van de weduw van Jan Pietersz. Winter dat haer soon int hooghkoer beraven leijt". "Ontfangen van de kinderen van Jan Pietersz. Winter dat haar moeder int hooghkoer begraven leijt".
Op 5-7-1681 testeerde Grietgen Heijnricxs Kranendonck, wede van Geen Aelbregtsz. Zij benoemde tot haar erfgenamen o.a. de kinderen van de overleden Soetgen Hendricxs Kranendonckeured: <18> ♀ Judith Barends [?] g. ~ 1615 a. a. >23 C'hwevrer 1684, Rijsoord
marvidigezh: 1676 ≤ ? ≤ 1684
- Heijltje, 12 november 1645, Rijsoord
- Marichie, 9 juli 1651, Rijsoord
- Barent, < 1656, Rijsoord
- Arij, 21 mei 1657, Rijsoord
- Aaltje, 24 juli 1661, Rijsoord - 24 juli 1693, Rijsoord
boer te Rijsoord, schepen, stedehouder van Rijsoord
Testament 06-03-1672: Cornelis Leendersz. van Driel (ziek), schepen in Rijsoord, en Judick Barents, echtpaar, benoemen elkaar tot erfgenaam. Kinderen krijgen bij 22 jarige leeftijd of wanneer zij in het huwelijk treden 300 carolusgulden. Hun dochter Maeijcken Cornelis krijgt vooraf het vruchtgebruik van een hont zaailand.eured: <19> ♀ Rijckje Hermans [?] g. ~ 1610 a. a. <28 Eost 1673, 's Gravendeel
marvidigezh: <28 Eost 1673, 's Gravendeel
aotre da eurediñ: <20> ♀ Trijntje Ariens Besemer [Besemer] g. ~ 1615 a. a. 1676 ≤ ? ≤ 1680, Ridderkerk
eured: <20!> ♀ Trijntje Ariens Besemer [Besemer] g. ~ 1615 a. a. 1676 ≤ ? ≤ 1680, Ridderkerk
marvidigezh: 1680?, Ridderkerk
- Ariaentje, 16 december 1635, Ridderkerk - 20 mei 1702, IJsselmonde
- Maeijke (Marichjen), 7 maart 1638, Ridderkerk - > 5 juni 1713
- Jan, Barendrecht - 25 mei 1642 te Ridderkerk
- Jannigje, 12 februari 1645, Ridderkerk - 1681
eured: <23> ♀ Ariaentje Dirks Verduin [Verduin] c. 21 Kerzu 1631, Ridderkerk
Op 18 juli 1668 stelde de te Ridderkerk wonende Emond Pouwelsen Craenendonck zich als borg voor de onder die jurisdictie woonachtige Aryen Quirijnen Huyser de jonge.(ARA,ona RK inv.nr.6991,akte d.d. 18-7-1668).
Emont Pauwelsz. Cranendonck was als erfgenaam van de familie Jonckholt vermoedelijk reeds op jonge leeftijd behoorlijk vermogend. Wellicht gaf deze relatieve rijkdom er in verband met zijn slechte gezondheid aanleiding toe om reeds op 21-jarige leeftijd zijn testament te maken.
In 1656 kocht Emont een huis met boomgaard aan de dorpshaven van Ridderkerk. Enige maanden na deze koop trad hij in het huwelijk met Ariaantje Dircksdr. Verduijn, waarbij zij huwelijkse voorwaarden sloten: indien een van hen beiden binnen 3 jaar zonder nageslacht zou komen te overlijden, zouden de ingebrachte goederen terugvallen aan hun respectievelijke erfgenamen.
Uit diverse akten blijkt, dat Emont Pauwelsz. Cranendonck naast het huis aan de haven ook eigenaar was van een drietal boomgaarden en van land in Oud-Reijerwaard (3 morgen 150 roeden) en in de "buitennoorden". Door een overstroming als gevolg van "onbehoorlijk bedijken", was de ingezaaide zomergerst op dit laatste land in het seizoen van 1658 verloren gegaan. Het land in Oud-Reijerwaard verkocht hij in 1664 aan zijn neef Arij Jacobsz. van der Zegen.
In 1664 werd op tamelijk grote schaal vlas ingekocht door enige inwoners van Ridderkerk, waaronder Emont Pauwelsz. Cranendonck. Wellicht betrof het hier een kleinschalige "industrie", waarbij vlas tot linnen werd verwerkt.
Andere kinderen:
- Arien, 8 september 1658, Ridderkerk
- Dirck, 23 mei 1660, Ridderkerk
- Pauwel, 9 november 1664, Ridderkerk
- Anna, ca 1667, Ridderkerk - > 1705, Strijen
- Neeltje, 14 juli 1669 ,Ridderkerk
- Lijntje, 31 mei 1671, Ridderkerk - 12 december 1753, Oost-Barendrecht